•
Toets (RESET) om het programmeermenu te verlaten. Alle zone leds gaan uit.
•
Sluit de 230 V AC aan. De voedingsled zal stoppen met knipperen en continu gaan branden.
Zorg ervoor dat de 230 V AC is afgesloten voordat de deksel van de CCS wordt verwijderd.
1.7
Fouten oplossen
1.7.1
De CCS krijgt geen 230 V AC
•
Controleer de zekering van het 230 V AC aansluitblok en vervang deze als hij kapot is.
•
Controleer de bekabeling van het 230 V AC aansluitblok, de transformator en de AC aansluitklemmen op de alarmprint (PCB).
•
Controleer de aansluiting op het 230 V AC aansluitblok; fase op fase (bruin) en nul op nul (blauw).
1.7.2
De CCS krijgt geen accu spanning
•
Controleer de accu zekering F1 en vervang deze als hij kapot is.
•
Controleer de bekabeling op de BATT aansluitklemmen op de alarmprint (PCB).
•
Controleer of de accu kabels goed zijn aangesloten; rood van BATT+ naar de positieve accu pool, zwart van BATT- naar de
negatieve accu pool.
1.7.3
De CCS krijgt geen 230 V AC en geen accu spanning
•
Controleer de spanningsuitgang zekering F5 en vervang deze als hij kapot is.
•
Maak de bekabeling los van de sirene/flitser combinatie, de A en AUX+ aansluitklemmen.
•
Controleer of alle draadbruggen op de juiste plek zijn aangesloten.
•
Controleer of er geen aders zorgen voor kortsluiting aan de onderkant van de alarmprint (PCB).
•
Herhaaldelijk opblazen van de accu zekering F1 duidt op een defecte accu.
1.7.4
De CCS accepteert geen codes
•
Indien er meerdere bediendelen aangesloten zijn, controleer dan of ieder bediendeel een ander adres heeft gekregen.
•
Indien er gebruik wordt gemaakt van meerdere bediendelen, controleer dan of de bekabeling goed is aangesloten.
•
Indien een bediendeel wordt aangesloten terwijl de CCS al gewerkt heeft, maak dan de CCS volledig spanningsloos (ook de accu)
om vervolgens de CCS weer van spanning te voorzien. Automatisch configureert het systeem de aangesloten bediendelen (zie
ook sectie 2.8).
•
Controleer of de juiste codes worden gebruikt. De installateurscode is vanuit de fabriek
fabriek
.
•
Indien er meer bediendelen zijn aangesloten op alleen de accu, sluit dan ook de 230 V aan omdat de kans bestaat dat de accu
niet volledig geladen is.
•
Controleer of de codes niet zijn veranderd. Als de codes kwijt zijn zie sectie 2.6.
•
Controleer of het de verbinding van het bediendeel membraan goed in de connector zit.
1.7.5
De CCS gaat niet op scherp
De spanningsled op de CCS knippert om aan te geven dat er een fout in de voeding zit. Deze fout kan veroorzaakt worden door de 230 V
AC (niet aangesloten) of een te lage accu spanning (of de verkeerde hoofdfrequentie staat geselecteerd, sectie 2.2.4).
•
Om in geval van een voedingsfout toch het systeem op scherp te zetten wordt beschreven in de gebruikershandleiding.
1.7.6
De CCS gaat niet op scherp en geeft 9 toontjes
Het systeem heeft een sabotage fout en de Tamper led zal branden. Maak gebruik van de uitgebreide werking van het bediendeel
gedurende de looptest (sectie 2.5), en bekijk wat de sabotage fout veroorzaakt:
•
Als de uitgebreide werking van het bediendeel laat zien dat het om een EOL sabotage fout gaat, bekijk dat vanuit de standaard
werking van het bediendeel welke zone de EOL sabotage fout veroorzaakt en controleer de bekabeling.
•
Als de uitgebreide werking van het bediendeel aangeeft dat het om de sabotage lus van de sirene/flitser combinatie, dan wordt de
fout veroorzaakt door of de sabotage lus van de sirene of de totale sabotage lus. Plaats tijdelijk de draadbrug in de totale sabotage
lus aansluitklemmen (TAMP):
[1]
[1]
[1]
22
[1]
. De gebruikerscode is vanuit de