Inhoudsopgave
Advertenties
Programmeren is door de zorgvuldig gekozen fabrieksprogrammering vaak niet nodig. Desondanks zijn alle functies volledig
programmeerbaar.
2.1
Het programmeer menu
Het programmeermenu kan alleen benaderd worden als het systeem uit staat (unset). Toets de 4-cijferige installateurscode (vanuit de
fabriek
). Toets (PROG). Alle leds gaan branden. De verschillende programmeeropties worden vervolgens geselecteerd door een
2-cijferige optie code. De programmeerprocedure (weergegeven op blz. 5 en 6) is dan afhankelijk van de geselecteerde programmeer optie
die worden besproken in de volgende secties. Indien gereed, dan komt iedere programmeer optie terug in het programmeer menu zodat
andere programmeer opties geprogrammeerd kunnen worden. Om het programmeer menu te verlaten toets (RESET), het systeem staat
weer stand by (unset)
Let op!!!
1)
Om het programmeren te onderbreken en dus de originele instelling te bewaren toets (RESET), het
systeem keert dan terug naar het programmeer menu.
2)
24-uurs zones (brand, paniek, sabotage) worden uitgeschakeld als het programmeer menu wordt
benaderd via de installateurscode.
3)
Voor het overbruggen van zones (OMIT), instellen van waarschuwingstonen of het veranderen van
de gebruikerscode wordt verwezen naar de gebruikershandleiding.
4)
De programmering blijft bewaard ook in geval van het volledig wegvallen van de spanning.
2.2
Programmeren van de overige opties
Er zijn 4 verschillende overige opties. Met deze overige opties zijn verschillende systeem functies te programmeren.
2.2.1
Overige opties nul (00)
Vanuit het programmeer menu, toets 00. De zone leds van de huidige geselecteerde opties zullen branden. Toets het juiste nummer om
een optie wel of niet te selecteren. Toets (PROG). Het systeem geeft een 2-tonige acceptatie toon om aan te geven dat de nieuwe
instellingen zijn geaccepteerd. Het systeem keert automatisch terug naar het programmeer menu en alle leds zullen branden.
Optie 1 Maak de flitser ongedaan met de sirene.
Optie 2 Bediendeel paniek (tegelijk
Optie 3 Op scherp zetten met drukken op 1 knop.
Optie 4 Stille bevestigingstoon als de centrale gedeeltelijk inschakelt.
Optie 5 EN 50131-1 eisen.
Optie 6 Een tijds gebonden installateurs toegang
Optie 7 (RESET) knop maakt het op scherp gaan van de centrale ongedaan.
Optie 8 Oude stijl Veritas geluiden (moet bij gebruik oude bediendelen geselecteerd worden).
Let op!!!
1)
Optie 3 maakt het mogelijk dat door enkel op (FULL) of (PART) te drukken het systeem op scherp
gaat. Het is dan niet nodig de gebruikerscode eerst in te toetsen.
2)
EN50131-1 eisen (optie 5) houdt het volgende in (zie ook sectie 3.7.1):
•
Reset na een alarm vereist het gebruik van een gebruikerscode.
•
Een instap alarm (gedefinieerd als het zijn verlopen van de instaptijd, of het tijdens de
instaptijd activeren van een directe zone) veroorzaakt een vertraging van 30 seconden
waarbij de communicatie uitgang en externe sirene worden onderdrukt.
•
Bij het uitzetten van het systeem zal de unset led na 30 seconden uitgaan.
•
Bij het uitzetten van het systeem zullen de overbrugde zones weer actief worden.
en
intoetsen veroorzaakt een paniekalarm).
25
Advertenties
Inhoudsopgave
