2.7
Programmeren van de SW+ uitgang (08)
Vanuit het Programmeer Menu, toets 08. De zone led van de huidige geselecteerde optie zak branden. Toets het nummer van de gewenste
functie uit onderstaande lijst. Toets (PROG). Het systeem geeft een acceptatietoon om aan te geven dat de nieuwe functie is geselecteerd.
Het systeem keert automatisch terug in het programmeer Menu en alle zone leds zullen branden.
Positief ingesteld (aan/uit detectoren).
Bij alarm positief met aan/uit sensor reset (FTA detectoren).
Aan/uit schok sensor automatisch reset (oude stijl aan/uit schok sensors).
Sabotage.
230 V AC is weg.
Positief ingesteld met aan/uit sensor reset (aan/uit detectoren).
Looptest.
Indien er meerdere detectoren op één zone worden aangesloten dan:
•
Aan/uit detectoren geven aan welke detector(en) zijn geactiveerd gedurende een alarm.
•
FTA (First To Alarm = Het eerste in alarm) detectoren geven aan welke detector het eerst in alarm is gekomen en welke
vervolgens gedurende het alarm zijn geactiveerd.
Optie 3 zal typisch gebruikt worden bij oudere types aan/uit schok sensors welke geen aan/uit ingang hebben en die dus eerst
spanningsloos moeten worden gemaakt om de alarm situatie te resetten. In dit geval worden de detectoren gevoed via de SW+ uitgang.
Let op!!!
1)
Als één van de opties, die een aan/uit sensor reset inhoudt, is geselecteerd (optie 2, 3 of 6) dan kan
de gebruiker een aan/uit sensor reset forceren, om zo de alarm/FTA indicatie te resetten, door hun
code in te toetsen gevolgd door (RESET).
2)
De SW+ uitgang is een maakcontact naar massa (kan geen spanning leveren). Indien detectoren
gevoed worden via de SW+ uitgang, sluit dan de + van de detector aan op de AUX+ en de - van de
detector op de SW+. Het kan nodig zijn de SW+ uitgang te inverteren (sectie 2.2.3).
2.8
Configuratie van de losse bediendelen (09)
Vanuit het Programmeer Menu, toets 09. De centrale zal de zone leds laten branden van de overeenkomstige bediendelen die zijn
aangesloten en werken. Knipperende zone leds geven de bediendelen weer die zijn aangesloten maar nog niet werken (off line). Om de
configuratie te vernieuwen, toets (PROG). De centrale scant alle adressen (1 t/m 6) van de bediendelen. Als een bediendeel wordt
gedetecteerd zal de centrale deze aanwezig stellen en het betreffende zone led zal gaan branden. Om deze programmeerstand te verlaten,
toets (RESET). Indien de configuratie niet is vernieuwd zal de centrale een fouttoon geven. Het systeem keert automatisch terug in het
Programmeer Menu en alle zone leds zullen branden.
Let op!!!
1)
Sluit nooit 2 bediendelen aan op hetzelfde adres.
2)
Het instellen van een adres voor het bediendeel staat beschreven in de bediendeel instructies.
3)
Als een bediendeel is geconfigureerd maar uit staat (off line) dan geeft de centrale een sabotage fout.
4)
Werk altijd spanningsloos indien een bediendeel wordt aangesloten.
5)
Indien een oud bediendeel (oude versie) wordt aangesloten dan moet het systeem geprogrammeerd
worden als "oude stijl geluiden". Toets de installateurscode ????, toets (PROG), toets 00, toets 8,
toets (PROG), toets (RESET).
32