Download Print deze pagina

ABB i-bus KNX Busch-ControlTouch 2 CT/S2.1 Producthandleiding pagina 81

Advertenties

Inbedrijfname
Variabelen en berekening
De basiscommando's en -waarden kunnen door het gebruik van variabelen en berekeningen
worden uitgebreid.
Variabelen
U kunt in scripts uw eigen variabelen definiëren die als algemene variabelen gedefinieerd zijn
en die in alle verschillende scripts op het apparaat kunnen worden gebruikt. Een variabele
begint met een dollarteken „$", bijvoorbeeld: $AVERAGE. De naam van de variabele kan uit
alfanumerieke tekens bestaan (A-Z en 0-9).
U kunt variabelen gebruiken om een waarde op te slaan, bijvoorbeeld:
$LIGHTPERCENTAGE =0
SET BYTE(21/Spots) TO $LIGHTPERCENTAGE
Of
$LIGHTSPOTS = BYTE(21/Spots)
SET BYTE(24/Spots Kitchen) TO $LIGHTSPOTS
Berekening
U kunt variabelen gebruiken om waarden met behulp van rekenkundige operators te
berekenen. Berekeningen worden als volgt beschreven:
$MAXLIGHT = ( 2 * 10 ) + 10
Natuurlijk kunt u ook waarden van componenten gebruiken: bijvoorbeeld:
$MAXLIGHT = ( 2 * BYTE(21/Spots) ) + 10
BELANGRIJK: Als u berekeningen wilt gebruiken, moet u altijd haakjes gebruiken. Als geen
haakjes worden gebruikt, wordt de berekening in de volgorde verwerkt waarin deze is
geschreven: bijvoorbeeld 2 * 10 + 10 = 30, naar 10 + 2 * 10 is 120. U kunt dit voorkomen door
te schrijven: 10 + (2*10). Vergeet dit niet als u berekeningen gebruikt.
Zwevendekommawaarden kunnen door het gebruik van de "." als scheidingsteken worden
gebruikt, bijvoorbeeld 2.42
Houd er rekening dat alle variabelen voor de hele ABB gelden. Als u dus een bepaalde
variabele in een script instelt, kan een ander script de waarde ook gebruiken. Als u een
bepaalde variabele alleen in één script wilt gebruiken, moet u erop letten dat u niet dezelfde
variabelenaam in andere scripts gebruikt.
Producthandboek 2CKA002273B5273
│81

Advertenties

loading