3. Nu kunnen individuele bestanddelen van een scène geactiveerd en gedeactiveerd worden.
Gedeactiveerde scènebestanddelen maken geen deel meer uit van de scène. Als de functie
'Alles selecteren' wordt gebruikt, kunnen bijvoorbeeld ook alle bestanddelen in één keer worden
geactiveerd.
4. Bestanddelen van een scène kunnen ook met het vuilnisbaksymbool worden gewist.
5. Sla de aanpassingen op met het schakelvlak 'Wijzigingen toepassen'.
6. Voor deze scène worden dan de geactiveerde scènebestanddelen weergegeven.
7. Met '+' kunnen nu meer scènes volgens hetzelfde schema worden aangemaakt.
Scène aanpassen
1. Selecteer de scène die moet worden aangepast met de pijl uit.
2. Voor deze scène worden nu de geactiveerde scènebestanddelen weergegeven.
3. U kunt nu in de lijst op bepaalde criteria filteren. Bij 'Groepsadres selecteren' worden
bijvoorbeeld alleen de groepsadressen voor scènes weergegeven.
4. Nu kunnen individuele bestanddelen van een scène geactiveerd en gedeactiveerd worden.
Gedeactiveerde scènebestanddelen maken geen deel meer uit van de scène. Als de functie
'Alles selecteren' wordt gebruikt, kunnen bijvoorbeeld ook alle bestanddelen in één keer
worden geactiveerd.
5. Bestanddelen van een scène kunnen ook met het vuilnisbaksymbool worden gewist.
6. Sla de aanpassingen op met het schakelvlak 'Wijzigingen toepassen'.
Producthandboek 2CKA002273B5273
Inbedrijfname
│273