8.6.13.25
Dauwpuntalarm
Naam
Dauwpuntalarm
Een dauwmelder meldt het optreden van dauwvorming, bijvoorbeeld aan de koelmiddel-
toevoerleidingen van een koelmachine. Via het 1-bit-communicatieobject wordt de regelaar in
de dauwpunt-beschermingsmodus gezet. Daardoor wordt de actuele gewenste waarde op de
gewenste waarde van de hittebescherming ingesteld om de vorming van condenswater te
voorkomen.
Opmerking
Het beschermingsmechanisme is alleen in de koelmodus actief. Deze blijft
zolang actief totdat deze met de waarde "0" wordt opgeheven. Bij actief alarm is
de handmatige bediening van de regelaar geblokkeerd. De informatie wordt met
een symbool op het bedieningsapparaat weergegeven.
8.6.13.26
Condenswateralarm
Naam
Condenswateralarm
Condenswateralarm (master/slave)
Via het 1-bit-communicatieobject wordt de regelaar in de condenswater-beschermingsmodus
gezet. Daarmee wordt de actuele gewenste waarde ingesteld op een niet te bereiken waarde
zodat wordt voorkomen dat het condenswaterreservoir overloopt.
Het beschermingsmechanisme is alleen in de koelmodus actief. Deze blijft zolang actief totdat
deze met de waarde "0" wordt opgeheven. Bij actief alarm is de handmatige bediening van de
regelaar geblokkeerd. De informatie wordt met een symbool op het apparaat weergegeven.
Opmerking
Bij geactiveerd master-/slavebedrijf moet het object "Condenswateralarm
(master/slave)" van het master- en slave-apparaat worden verbonden met de
alarmgever.
8.6.13.27
Buitentemperatuur voor zomercompensatie
Naam
Buitentemperatuur voor
zomercompensatie
Om energie te besparen en om het temperatuurverschil bij het betreden van een gebouw met
airconditioning binnen aangename grenzen te houden, zou in de zomer de verlaging van
kamertemperatuur door koelende airco-apparatuur afhankelijk van de buitentemperatuur
moeten worden beperkt (zomercompensatie). Zo wordt bijvoorbeeld voorkomen dat bij een
buitentemperatuur van 35 °C het airco-systeem ononderbroken loopt om de temperatuur in de
ruimte te verlagen tot 22 °C.
Om deze functie te gebruiken is een buitentemperatuur-voeler nodig. Hiervoor moet via het 2-
byte-communicatieobject de actuele buitentemperatuur beschikbaar worden gesteld aan de
regelaar.
Producthandboek 2CKA002273B5273
Objectfunctie
Ingang
Objectfunctie
Ingang
Ingang
Objectfunctie
Ingang
Inbedrijfname
Gegevenstype
1.001 Schakelen
Gegevenstype
1.001 Schakelen
1.001 Schakelen
Gegevenstype
9.001 Temperatuurwaarde
│172