De buskabel moet overeenkomstig de voor het land specifieke uitvoering worden uitgekozen,
waarbij de waarden moeten worden aangehouden die in de technische gegevens zijn opgenomen.
Kabeltype
Toepassing
YCYM
Vaste installatie
J-Y(st)Y
Vaste installatie
JH(st)H
Halogeenvrije leidingen,
installatie op afstand
A-2Y(L)2Y
Telefoon grondleiding,
A-2YF(L)2Y
Installatie in het buitengebied
3.4 Montage en installatie
Voor het juist monteren en aansluiten van de OptiTherm+ op de luchtverwarmer(s) volgt u
onderstaande punten:
•
Controleer of de spanning is uitgeschakeld. Wanneer dit niet het geval is, schakel dan eerst
de spanning uit voordat u verder gaat. Raadpleeg hierbij ook het technisch boek van de aan
te sluiten luchtverwarmer.
•
Monteer de OptiTherm+ op de wand en houd daarbij rekening met §3.2 Plaatsing
OptiTherm+.
Alleen geldig wanneer externe sensoren worden toegepast:
•
Monteer de externe sensor(en) op de juiste plaats. Raadpleeg hierbij ook de instructie welke
is meegeleverd met de sensor.
•
Leg de juiste bekabeling tussen de luchtverwarmer en de OptiTherm+ en, indien van
toepassing, de luchtverwarmers onderling. Houd hierbij ook rekening met §3.3 bekabeling.
[2][3]
•
Alleen geldig wanneer externe sensoren worden toegepast:
Leg de juiste bekabeling tussen de luchtverwarmer en de externe sensor. Houd hierbij ook
rekening met §3.3 bekabeling en de instructie van de externe sensor. [2][4]
Sluit de OptiTherm+, en de luchtverwarmer(s) aan volgens het schema. [2] [3]
•
•
Alleen geldig wanneer externe sensoren worden toegepast:
Sluit de bekabeling juist aan op de externe sensor en luchtverwarmer en houd daarbij ook
rekening met de instructie van de externe sensor. [2] [4]
•
Alleen geldig bij het aansluiten van meerdere toestellen op 1 OptiTherm+:
Stel de Dipswitch en schakelaar S4 op de branderautomaat van de luchtverwarmers juist in.
Zorg er hierbij voor dat de luchtverwarmer waarop de OptiTherm+ wordt aangesloten altijd
wordt geadresseerd als toestel 1. [5][6]
Wanneer u klaar bent met het installeren en aansluiten kunt u beginnen met het in bedrijf stellen
van de OptiTherm+ en de luchtverwarmer(s). Raadpleeg hiervoor ook het technisch boek van de
luchtverwarmer.
3.5 Eerste inbedrijfstelling
•
Sluit de spanning weer aan nadat de montage en installatie van de OptiTherm+ en
de luchtverwarmers is voltooid. Raadpleeg hierbij ook het technisch boek van de
luchtverwarmers.
74
EIB-specificatie
Droge, vochtige, natte ruimten
In de open lucht (geen direct zoninstraling)
Opbouw, inbouw, in leidingen
Alleen in binnenruimten
Opbouw, in leidingen