Inhoudsopgave
Advertenties
Servicehandboek IGV 689.1
Informatie voor de klantenservice
Om het even welk programma kan worden gekozen om het diagnoseprogramma uit te voeren. Het is
echter aanbevolen het programma nr. 10 (BORDEN WARMEN) te kiezen.
Dit programma is ideaal omdat het uit twee programmafases (wassen en drogen) bestaat. In deze beide
programmafases worden alle subfases uitgevoerd die nodig zijn om de hoofdfuncties te testen.
Tijdens het verloop van de subfases [ F d 2 ] kunnen bovendien ook de opwarm- en de regenera-
tiefunctie (zie schema "Opbouw van de programmasubfases") worden gecontroleerd. Hiervoor moet de
hardheidsstand eerst op [ L . 9 ] worden ingesteld.
Instellen van het functiediagnoseprogramma:
Met geopende machinedeur en uitgeschakelde afwasmachine (instellingstoestand)
1.
De toetsen "SW1" en "SW5" gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden.
2.
Afwasmachine met de toets "SW0" inschakelen.
Na ca. 5 seconden weerklinkt een 5 seconden lang ZOEMER-signaal (sequentie_B) om
de toegang tot het diagnoseprogramma te bevestigen.
In het display [ - - - ] verschijnen afwisselend het laatst uitgevoerde programma (bijv. pro-
gramma 3) en de letters "Fd": [ P 3 ] & [ F d . ]
3.
Programma nr. 10 (of een ander) instellen.
In het display verschijnt afwisselend [ P 10 ] & [ F d . ] .
4.
Deur van de afwasmachine sluiten om het diagnoseprogramma te starten.
De programmastart wordt door een ZOEMER-signaal (sequentie_B) bevestigd.
In het display verschijnt [ F d 1 ] (nummer van de subfase), daar na elke programmastart
een afpompfase volgt.
5.
Toets (SW1) indrukken om naar de volgende subfase over te gaan.
Als de toets (SW1) niet wordt ingedrukt, wordt het normale programmaverloop volgens
programmaschema uitgevoerd.
Als de afwasmachine wordt uitgeschakeld, wordt het diagnoseprogramma bij het herin-
schakelen van het apparaat verlaten; het normale afwasprogramma wordt voortgezet waar
het werd onderbroken.
Na afloop van het programma wordt in het display het programma-einde door drie bran-
dende segmenten [ - - - ] aangetoond.
Om het diagnoseprogramma te verlaten op de toets "SW0" drukken.
De veiligheidssystemen zijn ook tijdens het diagnoseprogramma actief. Als bedrijfsstoringen optreden,
verschijnt in het display de overeenkomstige alarmcode.
Uitsluitend voor intern gebruik
29
Advertenties
Inhoudsopgave
