INsTAllATIE
Elektrische aansluiting
11.3 Elektrische aansluiting WPL 10 ACS (eenfasig)
f Sluit de kabels aan, zoals in de volgende afbeelding wordt
f
getoond.
f Sluit de elektrische nood-/hulpverwarming aan als u de vol-
f
gende functies van het toestel wilt gebruiken:
Toestelfunctie
Werking van de elektrische nood-/bijverwar-
ming
Mono-energetisch
De elektrische nood-/bijverwarming waarborgt, de ver-
bedrijf
warmingswerking en het bereiden van hogere warmwa-
tertemperaturen, wanneer het bivalentiepunt te laag is.
Noodwerking
Indien de warmtepomp bij een storing uitvalt, wordt het
verwarmingsvermogen overgenomen door de elektri-
sche nood-/bijverwarming.
Opwarmprogramma
Bij retourtemperaturen van < 25 °C moet het droogver-
(alleen bij vloerver-
warmen uitgevoerd worden door de elektrische nood-/
warmingen)
bijverwarming.
Droogverwarmen mag bij deze lage systeemtemperatu-
ren niet door de warmtepomp uitgevoerd worden, omdat
tijdens de ontdooicyclus de vorstbeveiliging van het toe-
stel dan niet meer kan worden gegarandeerd.
Na beëindiging van het opwarmprogramma kunt u de
elektrische nood-/bijverwarming loskoppelen, wanneer
deze niet nodig is voor de werking van het toestel.
Let erop dat de noodfunctie niet in het opwarmprogram-
ma uitgevoerd kan worden.
Antilegionellascha-
De elektrische nood-/bijverwarming wordt bij geacti-
keling
veerde antilegionellaschakeling automatisch gestart om
het water ter bescherming tegen legionella regelmatig
tot een temperatuur van 60 °C te verwarmen.
16
| WPL 10 AC | WPL 10 ACS
1
2
3
4
5
1
X5 Elektrische nood-/bijverwarming (DHC)
L, L, N, PE
aansluitvermogen
3,0 kW
3,2 kW
6,2 kW
2
X3 Netaansluiting (warmtepomp, compressor)
L, N, PE
3
X4
Stuurspanning
Netaansluiting: L, N, PE
4
X2 laagspanning (BUs-kabel)
BUS High H
Bus Low L
BUS Ground
BUS " + " (wordt niet aangesloten)
5
Aardingsklem voor de afscherming van de laagspan-
ningskabel
6
Verwarmingslint
Netaansluiting: L, N, PE
f Aard de laagspanningskabel door de afscherming over bui-
f
tenmantel te stulpen en vervolgens vast te zetten onder de
aardingsklem.
f Controleer vervolgens de goede werking van de
f
trekontlastingen.
Materiële schade
!
Bij de 1-fasige toestellen moet u bij de elektrische aan-
sluiting voor L en N van de compressor en L en N van de
sturing dezelfde fasen gebruiken en met een differenti-
eelschakelaar beveiligen.
6
Klemaansluiting
L
N
PE
L
N
PE
L
L
N
PE
www.stiebel-eltron.com