INsTAllATIE
Elektrische aansluiting
11. Elektrische aansluiting
Info
Houd rekening met de bedienings- en installatiehandlei-
ding van de warmtepompmanager WPM 3.
Aansluitwerkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden door
een erkende vakman conform deze handleiding!
De goedkeuring van het bevoegde elektriciteitsbedrijf moet be-
schikbaar zijn om het toestel te kunnen aansluiten.
De aansluitklemmen zitten op het aansluitpaneel van het toestel.
f Houd rekening met het hoofdstuk "Voorbereiden van de elek-
f
trische installatie".
f Voor de aansluitingen dient u kabels te gebruiken die vol-
f
doen aan de voorschriften.
f Steek de kabels door de trekontlastingen.
f
11.1 Toegang tot het aansluitgebied
f Verwijder de afdekking.
f
1 Kabeldoorvoeren
f Leid de elektrische installatiekabels van onderaf door de ka-
f
beldoorvoeren omhoog naar het aansluitgebied.
14
| WPL 10 AC | WPL 10 ACS
1 Aansluitpaneel
11.2 Elektrische aansluiting WPL 10 AC (driefasig)
f Sluit de kabels aan, zoals in de volgende afbeelding wordt
f
getoond.
f Sluit de elektrische nood-/hulpverwarming aan als u de vol-
f
gende functies van het toestel wilt gebruiken:
Toestelfunctie
Mono-energetisch
bedrijf
Noodwerking
Opwarmprogramma
(alleen bij vloerver-
warmingen)
Antilegionellascha-
keling
1
Werking van de elektrische nood-/bijverwar-
ming
De elektrische nood-/bijverwarming waarborgt, de ver-
warmingswerking en het bereiden van hogere warmwa-
tertemperaturen, wanneer het bivalentiepunt te laag is.
Indien de warmtepomp bij een storing uitvalt, wordt het
verwarmingsvermogen overgenomen door de elektri-
sche nood-/bijverwarming.
Bij retourtemperaturen van < 25 °C moet het droogver-
warmen uitgevoerd worden door de elektrische nood-/
bijverwarming.
Droogverwarmen mag bij deze lage systeemtemperatu-
ren niet door de warmtepomp uitgevoerd worden, omdat
tijdens de ontdooicyclus de vorstbeveiliging van het toe-
stel dan niet meer kan worden gegarandeerd.
Na beëindiging van het opwarmprogramma kunt u de
elektrische nood-/bijverwarming loskoppelen, wanneer
deze niet nodig is voor de werking van het toestel.
Let erop dat de noodfunctie niet in het opwarmprogram-
ma uitgevoerd kan worden.
De elektrische nood-/bijverwarming wordt bij geacti-
veerde antilegionellaschakeling automatisch gestart om
het water ter bescherming tegen legionella regelmatig
tot een temperatuur van 60 °C te verwarmen.
www.stiebel-eltron.com
1