18.3 Inbouw onder een werkblad
Neem de inbouwmaten en de inbouwvoorschriften bij
de inbouw onder een werkblad in acht.
¡ Met het oog op de luchttoevoer van het apparaat
dient het tussenschot te beschikken over een venti-
latie-opening.
¡ In combinatie met inductiekookplaten mag de spleet
tussen werkblad en apparaat niet door extra lijsten
worden afgesloten.
¡ Het werkblad moet aan het inbouwmeubel worden
bevestigd.
¡ Het eventueel voorhanden installatievoorschrift van
de kookplaat in acht nemen.
¡ Afwijkende nationale inbouwvoorschriften van de
kookplaat in acht nemen.
18.4 Hoekinbouw
Houd de inbouwmaten en de inbouwinstructies bij
hoekinbouw aan.
¡ Om ervoor te zorgen dat de deur van het apparaat
kan worden geopend, dient u zich bij de hoekin-
bouw te houden aan de minimale afmetingen. De
maat
is afhankelijk van de dikte van het meubel-
front en de greep.
18.5 Elektrische aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aansluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
¡ Het apparaat voldoet aan beveiligingsklasse I en
mag alleen met een geaarde aansluiting worden ge-
bruikt.
¡ De zekering dient in overeenstemming te zijn met
de vermogensopgave op het typeplaatje en de loka-
le voorschriften.
¡ Het apparaat moet bij alle montagewerkzaamheden
spanningsloos zijn.
¡ De bescherming tegen aanraking dient door de in-
bouw te zijn gewaarborgd.
Apparaat elektrisch aansluiten
Opmerking: Het apparaat mag alleen door geschoold
personeel worden aangesloten. Bij schade door een
verkeerde aansluiting kunt u geen aanspraak maken
op garantie.
In de vast geplaatste elektrische installatie moet een
scheidingsinrichting volgens de installatievoorschriften
zijn ingebouwd.
1.
Fase- en neutraal- ("nul-") leider in het stopcontact
identificeren.
Bij een verkeerde aansluiting kan het apparaat wor-
den beschadigd.
Volgens het aansluitschema aansluiten.
2.
De geel-groene ader voor randaarding moet bij het
apparaat 10 mm langer zijn dan de andere aders.
Zie voor de spanning het typeplaatje.
Aansluiting 3N~ / 2N~: netaansluitleiding type H05-
VV-F of hoger gebruiken.
Aansluiting 1N~: een geschikte netaansluitleiding
H07RN-F 3G6 (lengte 1,5 m) is bij de service ver-
krijgbaar
18.6 Apparaat inbouwen
Het apparaat volledig inschuiven en centrisch uitlij-
1.
nen.
Het apparaat vastschroeven.
2.
Opmerking: De spleet tussen werkblad en apparaat
mag niet door extra lijsten worden afgesloten.
Aan de zijwanden van de ombouwkast mogen geen
isolatieprofielen worden aangebracht.
Montagehandleiding nl
25