7.3
Procedure voor inbedrijfstelling
7.3.1
Gasklep
Afb.42
Gasklep
7.3.2
Inbedrijfstellingsprocedure
Gevaar
Alleen een erkend technicus mag het product in bedrijf stellen en het gas verwisselen.
Ga als volgt te werk wanneer de verwarmingsketel voor het eerst ingeschakeld wordt:
1. Druk op de toets F4 wanneer << GAS >> op het display verschijnt
2. Het display toont << GP043 >> ; druk op de toets F4
3. Druk op de toetsen F2 – F3 om het type gas te selecteren:
1 - Aardgas
2 - Vloeibaar propaangas (G30-G31)
4. Druk op de toets F4 om te bevestigen.
5. Na bevestiging van het type gas toont het display << DEAIR >>
6. De ontluchtingsfuctie wordt automatisch geactiveerd wanneer de verwarmingsketel wordt ingeschakeld. De functie duurt
ongeveer 6 minuten. Tijdens de uitvoering van de functie verschijnt in het display afwisselend de melding << DEAIR >> met
de voortgang van de functie << – – – – – – – – >> en de druk van het verwarmingscircuit, bijvoorbeeld << 1.7 bar >>.
7. Als de functie voltooid is, toont het display de melding << CAL >> of << H.20.39 >>
8. Als het display de melding << CAL >> toont, druk dan op de toets F4, de kalibreerfunctie start en de ketel schakelt in. De
duur van de functie is circa 5 minuten.
9. Als het display de melding << H.20.39 >> toont, druk dan gelijktijdig op de toetsen F1 + F4 en druk daarna op de toets F4.
De kalibreerfunctie start en de ketel schakelt in. De duur van de functie is circa 5 minuten.
10. In het display verschijnt afwisselend de melding << CALIB >> met de voortgang van de functie << – – – – – – – – >> en de
druk van het verwarmingscircuit, bijvoorbeeld << OK: 1.7 bar >>
11. Als de functie voltooid is en er geen storingen opgetreden zijn, wordt het hoofdscherm weergegeven.
Opgelet
Tijdens de kalibratie moet er voldoende warmte-uitwisseling zijn (bij verwarming of sanitair) om oververhitting te
voorkomen, waardoor de functie zelf onderbroken wordt.
Belangrijk
De kalibratiefunctie kan handmatig uitgevoerd worden tijdens de levensduur van de verwarmingsketel (d.w.z. na
onderhoud met vervanging van componenten), zoals beschreven wordt in de volgende paragraaf.
Zie ook
De besturingsprint vervangen, pagina 79
7838535 - 04 - 17102023
Ga als volgt te werk voor de inbedrijfstelling van de ketel:
1. Open de hoofdgaskraan.
2. Open de gaskraan op de ketel.
3. Open het voorpaneel.
4. Controleer de druk van de gasleiding bij het drukmeetpunt Pi op de
gasklep (zie afbeelding).
5. Controleer de gasleiding en gaskleppen op mogelijke gaslekken. De
testdruk mag hoogstens 150 mbar (15 kPa) zijn.
6. Ontlucht de gasleiding door het drukmeetpunt Pi op de gasklep los te
draaien (zie afbeelding). Sluit het meetpunt weer af zodra de leiding
Pi
voldoende is ontlucht.
7. Controleer of de sifon vol water zit (zie voor de procedure de sectie
'Het vullen van de sifon').
8. Controleer de afdichting/toestand van de rookgasleidingen.
9. Controleer de hydraulische aansluitingen op lekkage.
10. Sluit een (kamer)thermostaat aan.
BO-0000215
11. Voedingsspanning naar de ketel.
7 Inbedrijfstelling
MPX2 COMPACT
51