OPMERKING:
Als de wizard Nieuwe hardware gevonden verschijnt, klik dan op Annuleren. Als er een hardware-
installatiewaarschuwingsvenster verschijnt, klik dan op Doorgaan.
3
U kunt de naam van het printsysteem aanpassen in het venster met installatie-instellingen. Dit is de naam die zal
worden weergegeven in het printervenster en de printerlijsten die worden weergegeven in applicaties. Geef op
of u de naam van het printsysteem wilt delen of het printsysteem wilt instellen als een bestaande printer en klik
vervolgens op Volgende.
BELANGRIJK:
Stap 3 verschijnt alleen als het printsysteem is aangesloten via een netwerk. Het verschijnt niet als
het printsysteem is aangesloten via een USB op het moment van de eerste installatie.
4
Er verschijnt een venster waarin u de instellingen kunt controleren. Controleer de instellingen zorgvuldig en klik
vervolgens op Installeren.
OPMERKING:
Als het Windows-beveiligingsvenster verschijnt, klik dan op Dit stuurprogramma toch installeren.
5
Er verschijnt een bericht om u te laten weten dat de printer succesvol geïnstalleerd is. Klik op Voltooien om de
printerinstallatiewizard af te sluiten en terug te keren naar het cd-rom-hoofdmenu.
Als het dialoogvenster Apparaat instellen verschijnt nadat u op Voltooien hebt geklikt, dan kunt u de instellingen
opgeven voor items zoals optionele functies geïnstalleerd in het printsysteem. U kunt de apparaatinstellingen ook
opgeven nadat u de installatie afgesloten heeft. Zie voor meer details Apparaatinstellingen in de Printer driver
operation manual op de cd-rom.
Hiermee is de installatieprocedure van het printerstuurprogramma voltooid. Volg indien nodig de instructies op
het scherm om het systeem opnieuw op te starten.
2-18
Voorbereiding voor het gebruik