5. BEDIENING
• De bedieningsprocedure verschilt tussen het
model met de warmtepomp en het model met
directe koeling. Neem contact op met uw lokale
dealer om het systeemmodel te bevestigen.
• Ter bescherming van de unit moet de hoofdscha-
kelaar 6 uur voordat de unit in gebruik wordt
genomen worden aangezet.
• Sluit de stroomtoevoer niet af tijdens seizoensge-
bruik van de airconditioner.
Dit is om de airconditioner goed te laten werken.
• Indien de hoofdschakelaar tijdens bedrijf wordt
uitgezet, wordt de werking automatisch hervat
nadat de hoofdschakelaar weer wordt aangezet.
5-1. FHQ
Lees de bedieningshandleiding die is meegele-
verd met de afstandsbediening.
5-2. FXHQ
Lees de bedieningshandleiding van de buiten-
unit en de afstandsbediening.
6. WERKINGSKENMERKEN
KENMERKEN VAN DE STAND KOELEN
(KOELEN EN AUTOMATISCH KOELEN)
• Na lange tijd te werken met een omlaag gerichte
luchtstroom moet u de airconditioner een tijdje in
een andere richting gebruiken om condensatie op
de horizontale rotor te voorkomen. (De afstands-
bediening toont de ingestelde luchtstroomrich-
ting.)
• Wanneer de koelfunctie wordt gebruikt bij een
lage binnentemperatuur, zal er rijm gevormd wor-
den op de warmtewisselaar van de binnenunit.
Hierdoor kan het koelvermogen afnemen. In dit
geval schakelt de airconditioner gedurende enige
tijd automatisch om naar de stand ONTDOOIEN.
Tijdens het ONTDOOIEN wordt een lage ventila-
torsnelheid gebruikt om te voorkomen dat er
smeltwater vrijkomt. (De afstandsbediening toont
de ingestelde ventilatorsnelheid.)
• Bij hoge buitentemperaturen duurt het soms even
voordat de binnentemperatuur de ingestelde
waarde bereikt.
Nederlands
KENMERKEN VAN DE STAND VERWAR-
MEN (VERWARMEN EN AUTOMATISCH
VERWARMEN)
START VAN DE WERKING
• Het duurt gewoonlijk langer om met de stand
VERWARMEN de ingestelde binnentemperatuur
te bereiken dan met de stand KOELEN. Het is
aanbevolen om de werking vooraf te starten door
de TIMER te gebruiken.
Doe het volgende om te voorkomen dat het ver-
warmingsvermogen afneemt en er koude lucht
ontsnapt.
BIJ DE START VAN DE WERKING EN NA
HET ONTDOOIEN
• In dit systeem wordt de warme lucht gecirculeerd,
zodat het enige tijd kan duren voordat het in de
gehele ruimte warm wordt.
• De ingebouwde ventilator blijft enige tijd draaien,
totdat de temperatuur in de airconditioner een
bepaalde hoogte bereikt. Gedurende deze tijd
verschijnt "
" op de display van de afstands-
bediening. Laat het systeem ongemoeid en wacht
rustig af.
(De afstandsbediening toont de ingestelde venti-
latorsnelheid.)
• De lucht wordt horizontaal uitgeblazen om tocht
van koude lucht op de aanwezige personen te
voorkomen.
(De afstandsbediening toont de ingestelde lucht-
stroomrichting.)
ONTDOOIEN
(Rijmverwijdering voor de buitenunit)
• Naarmate op de buitenunit rijm wordt gevormd,
vermindert het verwarmingseffect en wordt de air-
conditioner in de stand ONTDOOIEN geschakeld.
• De binnenunit stopt en de display van de
afstandsbediening toont "
Bij een draadloze afstandsbediening stopt de
warme lucht en gaat het lampje ONTDOOIEN
branden op de ontvangende unitindicator. (De
afstandsbediening toont de ingestelde ventilator-
snelheid.)
• Na maximaal 10 minuten ONTDOOIEN, schakelt
de airconditioner terug naar VERWARMEN.
• De richting van de luchtstroom wijzigt naar hori-
zontaal. (De afstandsbediening toont de inge-
stelde luchtstroomrichting.)
• Tijdens of na het ONTDOOIEN, komt witte rook
uit de luchtin- of -uitlaat van de airconditioner.
(Zie "VI." op pagina 15.)
• Er kan tijdens deze werking een "sis"-geluid hoor-
baar zijn.
".
7