3.4
Eisen aan de inbedrijfstelling
•
•
3.5
Eisen aan het bedrijf
•
•
High: geen STO
Low: STO actief
•
•
Om de gerealiseerde veiligheidsfuncties aan te tonen moeten deze na de inbedrijf-
stelling worden gecontroleerd en gedocumenteerd (validatie).
Hierbij dienen de beperkingen voor de veiligheidsfuncties volgens het hoofdstuk
"Beperkingen" te worden aangehouden. Niet op de veiligheid gerichte onderdelen
en componenten, die het resultaat van de validatiecontrole beïnvloeden dienen zo
nodig buiten bedrijf gesteld te worden.
Voor het gebruik van de aandrijfeenheid DRC.. in op de veiligheid gerichte toepas-
singen dienen de inbedrijfstellingstests van de uitschakelvoorziening en de juiste
bedrading uitgevoerd en gerapporteerd te worden.
Het bedrijf is alleen binnen de gespecificeerde limieten van de databladen toege-
staan. Dit geldt zowel voor de externe veiligheidsbesturing als voor de aandrijfeen-
heid DRC... en de toegestane opties.
De apparaatinterne diagnosefunctie is bij permanent vrijgegeven of permanent ge-
blokkeerde STO-ingang beperkt. Pas bij het bijschakelen ("Low" naar "High") van
het STO-signaal worden uitgebreide diagnosefuncties uitgevoerd. Daarom moet
de STO-ingang minstens een keer in de 3 maanden onder netspanning gescha-
keld worden om het systeem volledig te kunnen testen. Daarvoor moet de volgen-
de testprocedure worden aangehouden:
Om het systeem na een reset van het apparaat (bijv. na het inschakelen van de
netspanning) volledig te testen, mag de testovergang (STO actief → niet actief) op
zijn vroegst na 10 seconden worden gestart. Het apparaat moet (reeds) de toe-
stand "Bedrijfsklaar" of "STO – veilig uitgeschakeld koppel" terug hebben gemeld
en zich niet in een storingstoestand bevinden.
Een herkend hardware-defect in de interne uitschakelkanalen voor STO leidt tot
een vergrendelde storingstoestand van de aandrijfeenheid DRC... Wanneer de
fout gereset wordt (bijv. door uit-/inschakelen van de voedingsspanning), moet
daarna een volledige testrun van de interne diagnose conform de hiervoor vermel-
de testprocedure worden uitgevoerd. Mocht de fout opnieuw ontstaan, moet het
apparaat worden vervangen of moet contact worden opgenomen met de klanten-
service van SEW (overige informatie met betrekking tot de mogelijke storingstoe-
standen staan vermeld in de desbetreffende technische handleiding van de elek-
tronicamotor DRC..).
Veiligheidstechnische voorwaarden
Eisen aan de inbedrijfstelling
max. 3 maanden
>500 ms >500 ms
3
t
2467673483
19
Handboek – DRC..