Referentie
Onderdeel
6
Telefoonboek
7
Menu
8
OK
9
Navigator
10
Faxkwaliteit
11
Kopieënteller
12
Selectie aantal
kopieën
13
Annuleren
14
Selectie printkwaliteit
15
Contrast kopie
16
Start Z/W kopie
17
Start kleurenkopie
18
Start scannen
19
Start Z/W fax
20
Start kleurenfax
21
Start printen
6
Om te beginnen
Beschrijving
Het eerste weergegeven nummer is het nummer dat het laatst gebeld is.
Het zoeken van namen kan gebeuren door gebruik te maken van de
Navigator of door de beginletter van de naam die men weer wil opbellen
in te voeren.
Het invullen van het telefoonboek is alleen vanuit de computer mogelijk.
Voor toegang tot de faxfuncties.
Wordt doorgebladerd met de Navigator, de selectie wordt bevestigd met
de toets OK en er kan tijdens de invoer gewist worden met de toets
Annuleren.
Selecteert en bevestigt de items weergegeven op het display.
Zorgt voor verplaatsing tussen de menu-items die op het display
weergegeven worden en het doorbladeren van het telefoonboek.
Wijzigt de resolutie die via fax wordt verstuurd.
Geeft het aantal geselecteerde kopieën weer. Het weergegeven nummer
neemt af met het toenemen van het aantal afgedrukte kopieën.
Voor selectie van het aantal te maken kopieën met de toetsen plus (+) en
min (-). Het geselecteerde aantal wordt weergegeven door de
kopieënteller.
Zorgt voor onmiddellijke annulering van het afdrukken, scannen of
kopiëren dat bezig is. Stelt de instellingen terug naar de
fabrieksinstellingen.
Voor selectie van de print- en kopieerkwaliteit.
De keuze van de foto-modus wordt aangeraden als het te kopiëren
origineel een afbeelding is of als men op speciaal inkjetpapier afdrukt.
Voor het donkerder of lichter maken van de kopie.
Start het Z/W kopiëren. Hierop drukken en ingedrukt houden om de
functie "Passen naar pagina" te activeren. Deze functie is niet actief
voor documenten die in de automatische invoer zijn geplaatst.
Start het kleurenkopiëren. Hierop drukken en ingedrukt houden om de
functie "Passen naar pagina" te activeren. Deze functie is niet actief
voor documenten die in de automatische invoer zijn geplaatst.
Is actief wanneer de printer op een computer is aangesloten.
Druk op deze toets om het document te scannen dat op de glasplaat van
de scanner of in de automatische documenteninvoer is geplaatst.
Op de computer wordt een venster van de applicatie Toolbox
weergegeven voor het aangeven van de bestemming van de gescande
afbeelding en het aanpassen van de scaninstellingen.
Start de ontvangst of de verzending van een Z/W fax.
Start de ontvangst of de verzending van een kleurenfax.
Is beschikbaar wanneer een digitaal fototoestel of een compatibel extern
geheugen op de printer is aangesloten.
Deze toets knippert om aan te geven dat het afdrukken bezig is.