BOOTP
BOOTP is een bootstrap-protocol dat wordt gebruikt voor het downloaden van
configuratieparameters en hostgegevens van een netwerkserver. BOOTP maakt voor
transport gebruik van UDP. Apparaten moeten als client via het bootstrap-protocol BOOTP
met hun server communiceren om te kunnen opstarten en configuratie-informatie in het
RAM te laden.
Om het apparaat te configureren, verzendt de client een boot-aanvraagpakket dat ten
minste het hardwareadres van het apparaat bevat (hardwareadres van printer). De server
antwoordt met een boot-antwoordpakket met de informatie die het apparaat nodig heeft voor
de configuratie.
Subnetten
Wanneer er een IP-netwerkadres voor een bepaalde netwerkklasse aan een organisatie
wordt toegewezen, worden er geen voorbereidingen getroffen voor meer dan een netwerk
op die locatie. Lokale netwerkbeheerders gebruiken subnetten om een netwerk onder te
verdelen in een aantal verschillende subnetwerken. Wanneer een netwerk in subnetten
wordt verdeeld, kan dit leiden tot betere prestaties en een beter gebruik van de beperkte
netwerkadresruimte.
Subnetmasker
Het subnetmasker is een techniek die wordt gebruikt om één IP-netwerk onder te verdelen in
verschillende subnetwerken. Voor een bepaalde netwerkklasse wordt het gedeelte van het
IP-adres dat anders zou worden gebruikt om een knooppunt aan te duiden, gebruikt om een
subnetwerk aan te duiden. Een subnetmasker wordt op elk IP-adres toegepast om aan te
geven welk gedeelte wordt gebruikt voor subnetwerken en welk gedeelte wordt gebruikt om
het knooppunt aan te duiden. Zie bijvoorbeeld
toegepast op klasse
Voorbeeld: subnetmasker 255.255.0.0 toegepast op klasse A-netwerk
Klasse A-netwerkadres
Subnetmasker
IP-adresvelden met
toegepast subnetmasker
Voorbeeld van het IP-
adres van een knooppunt
in subnet 1
Voorbeeld van het IP-
adres van een knooppunt
in subnet 254
NLWW
A-netwerk.
Netwerk 15
255
Netwerk
15
15
Voorbeeld: subnetmasker 255.255.0.0
xxx
xxx
255
0
Subnet
Host
1
25
254
64
xxx
0
Host
7
2
TCP/IP
35