6. Selecteer de fabrikant en het printermodel. (Klik indien nodig op Diskette en volg de
7. Klik op Ja als u wordt gevraagd of u het bestaande stuurprogramma wilt behouden. Klik
8. Typ een printernaam en klik op deze printer als standaardprinter (indien gewenst). Klik
9. Geef aan of u deze printer wilt delen met andere netwerkcomputers (als uw systeem
10. Geef indien nodig een locatie en andere informatie op voor deze printer. Klik op Volgende.
11. Klik op Ja om een testpagina af te drukken en klik vervolgens op Volgende.
12. Klik op Voltooien om de wizard te sluiten.
Een LPR-poort maken voor een geïnstalleerde printer
1. Klik op Start, Printers en faxen.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Printer en selecteer Eigenschappen.
3. Selecteer het tabblad Poorten en vervolgens Poort toevoegen.
4. Selecteer LPR-poort in het dialoogvenster Printerpoorten en selecteer vervolgens
5. Typ in het vak Naam of adres van server die lpd levert de DNS-naam of het IP-adres
6. Typ in het dialoogvenster Naam van printer of afdrukwachtrij op die computer (in kleine
7. Selecteer OK.
8. Selecteer Sluiten en vervolgens OK om het venster Eigenschappen te sluiten.
LPD op Mac OS-systemen
Mac OS 9 en vorige versies
Hierna wordt beschreven hoe u LPD-printers die gebruikmaken van het LaserWriter-
stuurprogramma 8.5.1 of hoger, configureert voor het gebruik van LPR.
30
Hoofdstuk 1 Netwerkfunctie
a. Typ de DNS-naam (Domain Name System) of het IP-adres (Internet Protocol) van
de printer.
b. Typ de naam van de afdrukwachtrij (in kleine letters). (De naam die u gebruikt is
onbelangrijk.)
c. Klik op OK.
aanwijzingen om het printerstuurprogramma te installeren.) Klik op Volgende.
op Volgende.
op Volgende.
bijvoorbeeld een printserver is). Indien u deze printer wilt delen, moet u een sharenaam
opgeven waaraan andere gebruikers deze printer kunnen herkennen. Klik op Volgende.
Nieuwe poort.
van de printer.
letters) de naam van de afdrukwachtrij voor de printer (bijvoorbeeld: raw,
willekeurige naam, enzovoort.).
NLWW