Labels die worden ondersteund in een BOOTP/DHCP-opstartbestand
Optie
Knooppuntnaam
ht
vm
ha
ip
sm
gw
ds
lg
hn
dn
NLWW
Beschrijving
Naam van het apparaat. Met deze naam wordt
een toegangspunt geïdentificeerd naar een lijst
van parameters voor een specifiek apparaat. De
knooppuntnaam moet het eerste veld van een
vermelding zijn. In bovenstaand voorbeeld is de
knooppuntnaam 'picasso'.
De code voor het type hardware. Voor de printer
moet deze worden ingesteld op ether voor
Ethernet. Deze code moet voorafgaan aan de
code ha.
De code voor de BOOTP-rapportage-indeling
(vereist). Stel deze parameter in op rfc1048.
De code voor het hardware-adres. Het hardware-
adres (MAC) is het koppelingsniveau of het
stationsadres van de printer. U vindt deze op de
netwerkconfiguratiepagina van de printer bij
HARDWARE-ADRES.
De code voor het IP-adres (vereist). Dit adres
wordt het IP-adres van de printer.
De code voor het subnetmasker. Het
subnetmasker wordt door de printer gebruikt om
de gedeelten van een IP-adres te identificeren
die staan voor het netwerk-/subnetwerknummer
en het hostadres.
De code voor het IP-adres van de gateway. Dit
adres is het IP-adres van de standaard-gateway
(router) die wordt gebruikt voor de communicatie
met andere subnetten.
de code voor het IP-adres van de DNS-server
(Domain Name System). U kunt maar één
naamserver opgeven.
De code voor het IP-adres van de syslog-server.
Dit is de server waarnaar de printer syslog-
berichten zendt.
De code van de hostnaam. Deze code krijgt
geen waarde, maar zorgt ervoor dat de BOOTP-
daemon de hostnaam naar de printer downloadt.
De hostnaam wordt afgedrukt op de
netwerkconfiguratiepagina van de printer of
wordt opgegeven na een SNMP sysName-
verzoek van een netwerktoepassing.
De code voor de domeinnaam. Dit is de
domeinnaam van de printer (bijvoorbeeld
support.hp.com). Deze bevat geen hostnaam;
het is niet de FQDN-naam (Fully Qualified
Domain Name), zoals printer1.support.hp.com.
Met BOOTP
15