nl
5.2
Transport
5.3
Opslag
6
Installatie en elektrische aan-
sluiting
6.1
Plaats van opstelling
26
•
Raadpleeg het meegeleverde opstellingsschema of de documentatie voor de transport-
maten, gewichten, vereiste invoeropeningen en vrije transportvlakken van de installatie.
•
Controleer bij levering en voordat u de installatie voor regenwaterhergebruik en de mee-
geleverde toebehoren uitpakt, de verpakking op beschadigingen.
Als er beschadigingen worden vastgesteld door een val of iets dergelijks:
•
Controleer de installatie voor regenwaterhergebruik en de toebehoren op eventuele
schade.
•
Informeer het afleverbedrijf (transportbedrijf) of de klantenservice ook als er geen on-
middellijk zichtbare schade aan de installatie voor regenwaterhergebruik of de toebeho-
ren kan worden vastgesteld.
•
Als de omverpakking beschadigd of niet meer aanwezig is, moet voor voldoende be-
scherming tegen vochtigheid en vervuiling worden gezorgd.
•
Verwijder de omverpakking pas op de plaats van opstelling.
•
Breng een nieuwe geschikte bescherming tegen vocht en verontreinigingen aan als de
installatie op een later tijdstip opnieuw moet worden getransporteerd.
•
Markeer het werkgebied en sluit het af.
•
Houd onbevoegde personen uit het werkgebied.
•
Gebruik goedgekeurde bevestigingsmiddelen.
•
Plaats de installatie op een stevige en vlakke ondergrond.
•
Omgevingsomstandigheden: 10 °C tot 40 °C, max. luchtvochtigheid: 50%.
•
Droog de hydraulica en het leidingsysteem voordat u ze verpakt.
•
Bescherm de installatie tegen vochtigheid en vervuiling.
•
Bescherm de installatie tegen direct zonlicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor schade aan de gezondheid!
Gevaar voor schade aan de gezondheid door verontreinigd drinkwater.
• Gebruik bij het aansluiten van de vlotterkraan van de buffertank op
het drinkwaternet geen materialen die de kwaliteit van het water
kunnen aantasten.
• Spoel de bovengenoemde aansluitleiding door om de aantasting van
de drinkwaterkwaliteit te verminderen.
• Ververs het water als de installatie langere tijd stilstaat.
Eisen aan de plaats van opstelling:
•
Droog, goed geventileerd en vorstbestendig. De installatie is niet ontworpen voor bui-
tenopstelling.
•
Ruim bemeten bodemafwatering (met rioolaansluiting). Bodemdrainage is absoluut es-
sentieel vanwege de buffertank.
•
Vrij van schadelijke gassen en beveiligd tegen het binnendringen van gas.
•
Maximale omgevingstemperatuur van +0 °C tot +40 °C bij een relatieve luchtvochtig-
heid van 50%.
•
Horizontaal en vlak montagevlak.
•
Een kleine aanpassing van de hoogte voor een stabiele positie is mogelijk door de tril-
lingsdempers in het basisframe (Fig. 2, pos. 20):
1.
Draai de tegenmoer los.
2.
Draai de betreffende trillingsdemper erin of eruit.
3.
Zet de tegenmoer weer vast.
Let daarnaast ook op het volgende:
•
Zorg voor voldoende plaats tijdens onderhoudswerkzaamheden. De hoofdafmetingen
(Fig. 1) vindt u in het bijgevoegde opstellingsschema. De installatie dient van ten minste
twee kanten vrij toegankelijk te zijn.
•
Wilo adviseert om de installatie niet in de buurt van woon- en slaapruimten op te stellen
en te gebruiken.
•
Om geluidsoverdracht via de constructie te voorkomen en voor de spanningsvrije ver-
binding met de voor- en nageschakelde leidingen, gebruikt u compensatoren met leng-
tebegrenzers of flexibele aansluitleidingen.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Rainsystem AF150 • Ed.01/2024-07