Toebehoren; Beschrijving Van De Installatie; Aansluiting - Wilo Rainsystem AF150 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften
Verberg thumbnails
Zie ook voor Rainsystem AF150:
- Installatie en gebruikshandleiding (28 pagina's) ,
- Inbouw- en bedieningsvoorschriften (32 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
4.4
Toebehoren
4.5
Beschrijving van de installatie
4.5.1
Aansluiting
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Rainsystem AF150 • Ed.01/2024-07
•
Vulpeilsensor
•
Membraanexpansievat
•
Inbouw- en bedieningsvoorschriften
•
evt. doos met toebehoren/extra pakket/uitbreidingsonderdelen
Toebehoren moeten, indien nodig, apart worden besteld. De onderdelen van het Wilo-toe-
behoren zijn bijv.:
•
Drijvend grof aanzuigfilter GR met geïntegreerde terugslagklep
•
Drijvend fijn aanzuigfilter FR met geïntegreerde terugslagklep
•
Voetventiel voor de zuigleiding
•
Speciale klemmenkast (drukcompensatiebox) IP65 met drukvereffening naar de indirec-
te aansluiting van de kabel voor de niveausensor
•
Groter membraanexpansievat (perszijde)
•
Extra schakeltoestel voor het aansturen van de voedingspomp(en) in het regenwaterre-
servoir (speciale toebehoren op aanvraag; bruikbare meldcontacten zie de bijgevoegde
inbouw- en bedieningsvoorschriften van het regelsysteem)
LET OP
Deze inbouw- en bedieningsvoorschriften geven een algemene beschrij-
ving van de gehele installatie.
LET OP
Gedetailleerde informatie over de pompen en het regelsysteem in deze
installatie voor regenwaterhergebruik vindt u in de bijgevoegde inbouw-
en bedieningsvoorschriften.
•
Zie Fig. 2a, 2b.
De installatie is ontworpen als watervoorzieningsinstallatie met twee zelfaanzuigende
pompen (pos. 1) als compacte module. De pompen werken in wisselbedrijf of bij piekbe-
hoefte in parallel bedrijf. Elke pomp moet via een separate zuigleiding met G1¼" aansluitin-
gen (pos. 8) worden verbonden met het regenwaterreservoir (opvangbak voor regenwater).
Elke pomp vervoert het regenwater vanaf dat punt.
Het regelsysteem (pos. 2) regelt de omschakeling van het driewegventiel (pos. 6) naar de
voorziening vanuit de buffertank (pos. 4). De niveausensor (Fig. 5, 6, pos. 23) in het regen-
waterreservoir dient als signaalgever.
De buffertank (pos. 4) scheidt het bedrijfswater in de buffertank van het leidingwaternet.
De suppletie met leidingwater vindt automatisch plaats via een mechanische vlotterkraan
(pos. 5).
Het regelsysteem waarborgt met behulp van een druksensor (Fig. 3a, pos. 14) in de verza-
melbuis aan de perszijde (pos. 13) de op de behoefte afgestemde watervoorziening.
Een doorstroomd membraanexpansievat (8 liter) (pos. 7) voorkomt dat de pompen herhaal-
delijk worden ingeschakeld bij zeer kleine afname of bij lekkage.
Elke zelfaanzuigende pomp van de installatie voor regenwaterhergebruik is aan de zuigzijde
via een separate zuigleiding verbonden met het regenwaterreservoir.
LET OP
• Leg zuigleidingen gestaag stijgend van het regenwaterreservoir naar
de pomp.
• Gebruik een zuigvaste leiding met een binnendiameter van 25 tot 32
mm.
• Gebruik zuigvaste en vacuümdichte materialen en verbindingen.
• Vermijd extra filters aan de zuigzijde.
• Overbrug afwijkingen ter plaatse door het installeren van extra
pomp(en) in het regenwaterreservoir.
nl
21
Advertenties
Inhoudsopgave
