Inhoudsopgave
Advertenties
4.8
TERUGWINNING.
- Wanneer u het koelmiddel uit de installatie verwijdert om
onderhoud uit te voeren of om de installatie buiten bedrijf te
stellen, moet alle koelmiddel worden verwijderd (raadpleeg de
geldende wetgeving van het land van bestemming).
- Wanneer het koelmiddel in de flessen wordt overgebracht, moet
u ervoor zorgen dat flessen voor de terugwinning van het koel-
middel worden gebruikt, speciaal voor licht ontvlambaar gas.
- Alle flessen gebruikt voor het teruggewonnen koelmiddel moeten
geëtiketteerd zijn.
- De flessen moeten voorzien zijn van drukbegrenzings- en afsl-
uitkleppen in een juiste volgorde.
- Het terugwinningssysteem moet normaal werken volgens de
gespecificeerde aanwijzingen en moet geschikt zijn voor de
terugwinning van koelmiddel.
- Bovendien moeten de ijkingsschalen normaal werken.
- De flexibele buizen moeten voorzien zijn van koppelingen zonder
lekkages.
- De onderdelen moeten geëtiketteerd zijn om te garanderen dat
ze buiten bedrijf zijn gesteld en dat het koelmiddel is verwijderd.
Raadpleeg bij twijfel de producent.
- Het teruggewonnen koelmiddel moet in terugwinningsflessen
bij de leverancier worden ingeleverd met bijgevoegd Document
voor de Overdracht van Afvalstoffen.
- De koelmiddelen niet mengen in terugwinningseenheden of
-flessen.
- Als compressoren of compressoroliën verwijderd moeten
worden, zorg er dan voor dat deze op een aanvaardbaar niveau
worden afgevoerd om te garanderen dat het ontvlambare koel-
middel niet in het smeermiddel blijft.
- De procedure voor afvoer moet worden uitgevoerd voordat de
compressor naar de leverancier wordt verzonden.
- Alleen de elektrische verwarming van het compressorlichaam
mag het proces versnellen.
- De olie moet op veilige wijze uit de installatie worden afgetapt.
- Installeer nooit gemotoriseerde apparatuur om ontsteking te
vermijden.
- De lege terugwinningsflessen moeten vacuüm zijn en afgekoeld
voor de terugwinning.
AUDAX PRO 4-6 V2
4.9
VEREISTEN VOOR DE PLAATS VAN
INSTALLATIE.
- De externe groep moet geïnstalleerd worden in een open ruimte
met continue ventilatie.
- De plaatselijke voorschriften ten aanzien van gas moeten in acht
worden genomen.
- Voor de installatie in een gebouw (dit geldt zowel voor de in-
terne groep als voor de binnen geïnstalleerde externe groep)
is een minimale oppervlakte van het geconditioneerde gebied
verplicht volgens IEC 60335-2-40: 2018 (zie de referentietabel
in de installatiehandleiding van de interne of de externe groep).
- Om het koelmiddel te verwerken, te ontluchten en te verwijderen
of om het koelmiddelcircuit te onderbreken, moet het personeel
beschikken over een certificaat verstrekt door een geaccrediteer-
de instantie in de sector.
- De interne groep niet installeren wanneer er problemen zijn met
de afvoer.
4.10 VERPLAATSING VAN DE EXTERNE GROEP MET
METALEN KABELS.
Bevestig de externe groep met twee metalen kabels van 8 m of
langer zoals getoond in de figuren 6 en 7. Plaats ter bescherming
tegen beschadigingen of krassen een stuk stof tussen de externe
groep en de kabels en verplaats de groep vervolgens.
Koord
Doek ter
bescherming
van het
paneel
6
AUDAX PRO 9 V2
Beschermdoek
Metalen
kabel
7
13
Advertenties
Inhoudsopgave
