12.3 VANG VÓÓR DE "PUMP-DOWN" HET
KOELMIDDEL OP IN EEN DAARVOOR BESTEMDE
RECIPIËNT.
Als de hoeveelheid koelmiddel in de installatie de maximum
toegestane limiet heeft overschreden, vermindert u de hoe-
veelheid koelmiddel volgens de volgende aanwijzingen vóór de
pump-downwerking.
1. Bereid een voor de terugwinning van koelmiddel gehomolo-
geerde fles, een weegschaal en een manometer voor.
2. Controleer de hoeveelheid koelmiddel in de hele installatie.
3. Sluit de terugwinningsfles aan op de externe groep en beheer
de interne groep in koelmodus.
4. Controleer na 10 minuten werking in koelmodus de druk aan
de hogedrukzijde met de manometer. Als de druk aan de kant van
de hoge druk hoger is dan 3,0 MPa (30,59 kgf/cm
het waterinstelpunt dichterbij om de druk te verlagen tot beneden
3,0 MPa (30,59 kgf/cm
2
).
5. Wanneer de druk minder wordt dan 3,0 MPa (30,59 kgf/cm
opent u de klep van de manometer (2) die aangesloten is op de
vloeistofzijde. Open vervolgens de klep op de recipiënt van het
koelmiddel om het koelmiddel uit de buis vloeistofzijde naar een
recipiënt te laten stromen.
6. Controleer het verschil in gewicht met een weegsysteem.
Wanneer de gewenste hoeveelheid koelmiddel in de terugwin-
ningsflessen wordt verzameld, sluit u de klep en verwijdert u de
manometer van de collector.
7. Zorg ervoor dat de hoeveelheid koelmiddel in de terugwin-
ningsfles ongeveer 50% van de hele installatie bedraagt.
8. Weeg de hoeveelheid koelmiddel correct af. Overschrijd de
opgevangen hoeveelheid koelmiddel niet.
R-32
Weegsysteem
48
2
), g breng dan
Klep van de
recipiënt van het
koelmiddel
Klep (1)
Klep (2)
2
)
Externe groep
Gaszijde
Manometer van de collector
Vloeistofzijde
Serviceklep
64