6.5
AANSLUITING VAN DE VOEDINGSKLEM.
- Sluit de kabels aan op het klemmenbord met gebruik van de
vlakke aansluitklem.
- Sluit alleen kabels volgens de standaard aan.
- Aansluiting met een sleutel die het nominale aanhaalkoppel op
de schroeven kan toepassen.
- Als de eindklem los zit, dan kan zich een brand voordoen ver-
oorzaakt door de elektrische boog. Als de eindklem te strak zit,
dan kan deze beschadigen.
Aanhaalkoppel (kgf.cm)
M4
M5
AANDACHT:
- vermijd vonkvorming voor producten
die het koelmiddel R-32 gebruiken,
neem daarbij de volgende vereisten
in acht:
- Geen zekeringen verwijderen wanneer het
product ingeschakeld is.
- Niet de voedingsstekker uit het stopcon-
tact halen wanneer het product ingescha-
keld is.
- Geadviseerd wordt om de uitlaat op een
verhoogde positie te plaatsen. Leg de ka-
bels zo dat ze niet verward raken.
6.6
INSTALLATIE AARDINGSDRAAD.
- De aarding moet uitgevoerd worden door technisch personeel
dat beroepsmatig gekwalificeerd is voor de veiligheid.
- Gebruik de aardedraad volgens de specificaties van de elektrici-
teitskabel voor de externe groep.
Aarding van de voedingskabel
- De voorschriften voor de aarding kunnen variëren naar gelang de
spanning en de nominale spanning van de plaats van installatie
van de condensgroep.
- Sluit de voedingskabel aan op de aarde op basis van het volgende.
Plaats van installatie
Vermogenstoestand
Elektrisch potentieel minder dan 150 V
Elektrisch potentieel meer dan 150 V
- (Opmerking 1) Uitvoering van aarding 3.
- De aarding moet worden uitgevoerd door de installatietechni-
cus
24
12~18
20~30
Hoge vochtig-
heid
Voer de aarding uit in modaliteit 3
De aarding moet uitgevoerd worden in modaliteit 3 (Opmerking 1)
(In geval van installatie van de thermomagnetische schakelaar)
Middelmatige vochtigheid
(Opmerking 1)
Weinig vochtigheid
Voer indien mogelijk de aarding
uit in modaliteit 3 voor extra
veiligheid. (Opmerking 1)