Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werking Van Het Toestel Buiten Het Werkingsgebied; Werkingsgebied Voor Werking Met Warmtepomp; Ontdooiing; Vorstbescherming - Stiebel Eltron WWK 221 electronic Handleiding Voor Bediening En Installatie

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

BEDIENING
Toestelbeschrijving
WWK 301 electronic SOL : Aansluiting van een externe
warmtegenerator
Materiële schade
!
Het toestel mag ook bij het aansluiten van een externe
warmtegenerator niet van de stroomvoorziening worden
gescheiden, omdat het dan niet tegen vorst en corrosie
beschermd is. Ook in de winter, als mogelijkerwijs de
verwarming van tapwater alleen door de externe warm-
tegenerator verzorgd moet worden, mag de stroomvoor-
ziening niet worden onderbroken.
Het toestel is uitgerust met een geïntegreerde warmtewisselaar
met gladde buis, waarop een externe warmtegenerator kan wor-
den aangesloten (bijv. een zonnewarmte-installatie of een cen-
trale-verwarmingsinstallatie). Het warmwatervat is daarvoor op
diverse plaatsen voorzien van sensorhulzen. De afstemming tus-
sen toestel en externe warmtegenerator moet door de installateur
bij de eerste ingebruikname worden geregeld.
3.3
Werking van het toestel buiten het
werkingsgebied
f Zorg ervoor dat het toestel binnen het werkingsgebied
f
gebruikt wordt, om een storingsvrije werking van het toe-
stel te waarborgen (zie hoofdstuk "Technische gegevens/
gegevenstabel").

3.3.1 Werkingsgebied voor werking met warmtepomp

Temperatuur aangezogen lucht onder toepassingsgrens
Wanneer de aangezogen lucht de onderste toepassingsgrens
overschrijdt, blokkeert het toestel de compressor. Het compres-
sorsymbool knippert. d.w.z. de compressor ontvangt een verzoek
om warm water, maar wordt door de regeling geblokkeerd. De
verwarmingsfunctie werkt alleen nog met de elektrische nood-/
bijverwarming.
Na een pauze van een uur start het toestel de ventilator voor
twee minuten en controleert de voorwaarden voor het opnieuw
inschakelen van de compressor. Wanneer de luchttemperatuur van
de onderste toepassingsgrens de hysteresewaarde overschrijdt,
wordt de compressor vrijgeschakeld.
De elektrische nood-/bijverwarming blijft actief tot de ingestel-
de gevraagde watertemperatuur bereikt wordt of tot de onderste
toepassingsgrens met de hysteresewaarde (ca. 1 K) overschreden
wordt.
Temperatuur aangezogen lucht boven toepassingsgrens
Wanneer de temperatuur van de aangezogen lucht de bovenste
toepassingsgrens overschrijdt, blokkeert het toestel de compres-
sor. De verwarmingsfunctie werkt alleen nog met de elektrische
nood-/bijverwarming. Na een pauze van een uur start het toestel
de ventilator voor twee minuten en controleert de voorwaarden
voor het opnieuw inschakelen van de compressor. Wanneer de
luchttemperatuur de bovenste toepassingsgrens met de hyste-
resewaarde overschrijdt, wordt de compressor vrijgeschakeld.
De elektrische nood-/bijverwarming blijft actief tot de ingestelde
gevraagde watertemperatuur bereikt wordt of tot het bovenste
werkingsgebied met de hysteresewaarde (ca. 1 K) overschreden
wordt.
www.stiebel-eltron.com
3.4

Ontdooiing

Koude aanzuiglucht kan, afhankelijk van de luchtvochtigheid en
de temperatuur van het warme tapwater, tot bevriezing van de
verdamper leiden. Het toestel is uitgerust met een elektronische
ontdooiingscontrole. Tijdens het ontdooiproces wordt het opwar-
mingsproces van het tapwater onderbroken. en de ventilator uit-
geschakeld. De compressor loopt verder. Het ontdooiproces wordt
op het display van het toestel weergegeven.
Het toestel is ingesteld op een maximale ontdooiingstijd. Wanneer
de maximale ontdooiingstijd wordt overschreden, beëindigt het
toestel het ontdooiingsproces en schakelt het de elektrische nood-/
bijverwarming vrij.
Tip
Het ontdooien van de verdamper leidt tot langere op-
warmprocessen.
Tip
Het toestel start met het ontdooiingsproces wanneer de
looptijd van de compressor de in het toestel opgeslagen
ontdooiingstijd bereikt.
3.5

Vorstbescherming

Als de door de integraalsensor berekende temperatuur in het
warmwatervat daalt onder de 10  °C, schakelt het toestel een
vorstbeschermingsfunctie in. Het toestel warmt het water met
de warmtepomp en de elektrische nood-/bijverwarming op. Als
de door de integraalsensor berekende temperatuur van 18 °C is
bereikt, schakelen de warmtepomp en de elektrische nood-/bij-
verwarming uit.
3.6

Minimale looptijd en minimale pauzetijd

Materiële schade
!
Bij de werking met externe schakelinrichtingen die de
voeding van het toestel onderbreken, bijv. timers, ener-
giebeheersystemen of huisregelinstallaties, moeten de
volgende voorwaarden in acht genomen worden:
- De minimale inschakeltijd is 60 minuten.
- De minimale pauzetijd na het uitschakelen is 20 mi-
nuten.
- Het aantal in- resp. uitschakelprocessen mag per
dag niet meer zijn dan 10.
- De contactbelastbaarheid van de schakelactor moet
voldoen aan de vereisten voor de zekering (zie
hoofdstuk "Technische gegevens/Gegevenstabel").
3.7

Aansluiting van een externe signaalgever

Tip
De aansluitvariant mag alleen door een installateur uit-
gevoerd worden.
Op de ingebouwde contactingang kunnen externe signaalgevers
worden aangesloten, zoals een fotovoltaïsche installatie voor het
opwekken van zonne-energie.
WWK 221-301 electronic |
7

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wwk 301 electronicWwk 301 electronic sol

Inhoudsopgave