04-6
De uitdraaisteunen dienen niet als
*
krikken
!
Na het verwisselen van het wiel moet
na een afstand van 50 km worden
gecontroleerd of de wielbouten stevig
vastzitten en moeten deze zo nodig
aangehaald worden.
Het verwisselen van een wiel
*
•
Geschikte krik
op de asbuis naast de tuimel-
armgroep of op de langsligger ter hoogte van de
asbevestiging van het te verwisselen wiel plaat-
sen.
• Bij caravans met dubbele as, krik altijd onder
de
achteras plaatsen.
Aanbevolen wordt het gebruik van een hydrauli-
*
sche krik
.
•
Bij zachte ondergrond een stabiele onderlegger
*
onder de krik
leggen, b.v. een plank.
•
Voertuig opkrikken, tot het wiel 2 tot 3 cm boven
de grond hangt.
•
Wielbouten verder losdraaien en wiel afnemen.
*
•
Plaats de krik
opnieuw zodra deze bij het opkrik-
ken scheef komt te staan.
•
Wielbouten indraaien en kruiselings iets aanhalen.
•
Reservewiel op de wielnaaf plaatsen en uitlijnen.
*
•
Krik
omlaag draaien en wegnemen.
•
Wielbouten met wielsleutel gelijkmatig aanhalen.
De instelwaarde van het aandraaimoment van de
wielbouten bedraagt bij staalvelgen 110 Nm en
bij aluminiumvelgen 120 Nm.
•
Zet de handrem los en activeer de stabilisatie-
inrichting weer.
U dient te allen tijde te beschikken
over een gebruiksklaar reservewiel.
Laat daarom een defect wiel onmid-
dellijk vervangen.