Voor de ventilatie geldt
Bij gebruik tijdens de winter ontstaat door het
bewonen van het voertuig bij lage temperaturen
condenswater. Om een goede binnenluchtk-
waliteit te garanderen en schade aan de cara-
van door condenswater te voorkomen, is een
voldoende ventilatie zeer belangrijk.
• Sluit de ventilatieroosters niet af.
• Verwarm het voertuig in de opwarmfase op
maximaal vermogen. Open bergruimten,
kasten, laden, kastdeuren, gordijnen, rolgor-
dijnen en plissés. Hierdoor wordt een optimale
luchttoevoer en ontluchting bereikt.
• Verwarm alleen met ingeschakelde luchtcircu-
latie-installatie.
• Zet 's morgens alle kussens en matrassen
omhoog, ventileer de bergruimten en maak
vochtige plekken droog.
• Ventileer meermaals dagelijks kort en grondig.
• Bij buitentemperaturen onder 8°C moeten er
winterafdekplaten op de koelkastventilatieroo-
ster worden gemonteerd.
Als er toch ergens condenswater wordt
gevormd, veeg dit dan gewoon weg.
Voor reservoirs geldt
• Als de binnenruimte voldoende wordt ver-
warmd bestaat er geen gevaar voor het be-
vriezen van de drinkwatertank, de waterleidin-
gen en de elektrische boiler c.q. gasboiler. Vul
alle watervoorraden pas nadat de binnenru-
imte volledig is opgewarmd.
• Omdat het afvalwater buiten het voertuig
wordt opgevangen, moet er antivriesmiddel
of keukenzout aan worden toegevoegd. De
uitloop van de afvoerbuis moet wordt vrijge-
houden.
• Het toilet kan ook bij koud weer normaal wor-
den gebruikt, zolang de binnenruimte van de
caravan wordt verwarmd. Als er bevriezings-
gevaar bestaat, moeten zowel toilettank als
spoelwatertank worden geleegd.
12-17