3.6 Oploopinrichting en
wielremmen
03-6
Het oploopremsysteem bestaat uit de oploopin-
richting, een overbrengingsinrichting en de wielrem-
men. De oplooprem zorgt ervoor dat de caravan bij
het oplopen op het trekkend voertuig automatisch
wordt afgeremd. D.w.z. het oploopremsysteem werkt
onafhankelijk van het remsysteem van het trekkende
voertuig. De opgewekte remkracht is voornamelijk af-
hankelijk van de intensiteit van de afremming van het
trekkende voertuig en de laadtoestand van de cara-
van. Een in de oploopinrichting geïntegreerde schok-
demper met een gedefinieerde grenswaarde zorgt
enerzijds voor een comfortabel oplopen en voorkomt
anderzijds dat de caravan al gaat afremmen zodra
het trekkende voertuig even gas terugneemt of in een
andere versnelling overschakelt.
Oploopinrichting controleren
Wij adviseren u vóór het begin van
iedere rit de oploopinrichting te con-
troleren op correct functioneren.
1. Als de trekstang bij aangetrokken handrem tot
meer dan de helft (ca. 45 mm) naar binnen kan
worden geschoven, moet de reminrichting onmid-
dellijk door een garagebedrijf worden bijgesteld.
2. Trek ter controle van de grenswaarde de handrem
aan en schuif de caravan zo ver achteruit totdat
de handremhendel volledig omslaat. Schuif aans-
luitend de veiligheidskoppeling in de oploopin-
richting. De trekstang moet door het gaskussen
in de hydraulische demper weer zelfstandig in de
nulstand uitschuiven. Mocht dit langer dan
30 sec. duren, dan moet de oploopinrichting in
een garagebedrijf worden gecontroleerd.
Wielremmen
De volgende aanwijzingen over de remverstelling
gelden voor alle modellen, behalve voor de Premium-
voertuigen.
Bij de gebruikte wielremmen gaat het om niet-zelf-
regelende trommelremmen die beschikken over een
wegafhankelijk, automatisch achteruitrijdsysteem. De
voeringen van de wielremmen zijn slijtageonderdelen;
daarom moet de toestand om de 5000 km of uiterlijk
na een jaar worden gecontroleerd. Een betrouwbare
aanwijzing voor sterk versleten remvoeringen is dat
bij de boven beschreven controle van de oploopin-
richting de veiligheidskoppeling meer dan ca. 45 mm
naar binnen kan worden geschoven.