AUTOMATISCHE CONTROLE
VLOEISTOFPEIL
TRANSMISSIE
De automatische transmissie heeft geen
peilstok voor transmissievloeistof.
Laat een erkende dealer bij het juiste
onderhoudsinterval de transmissievloeistof
controleren en verversen. Uw transmissie
verbruikt geen vloeistof. Als de transmissie
echter doorslipt, traag schakelt of als u
tekenen van vloeistoflekkage opmerkt,
moet u contact opnemen met een erkende
dealer.
Gebruik geen aanvullende hulpstoffen,
behandelingen of reinigingsmiddelen voor
transmissievloeistof. Het gebruik van deze
materialen kan de werking van de
transmissie beïnvloeden en interne
onderdelen van de transmissie
beschadigen.
CONTROLE VLOEISTOFPEIL
KOPPELING EN REMSYSTEEM
WAARSCHUWINGEN
Gebruik geen andere vloeistof dan
de aanbevolen remvloeistof,
aangezien dit de efficiëntie van het
remsysteem kan beperken. Het gebruik van
de verkeerde vloeistof kan ertoe leiden dat
u de controle over uw auto verliest, met
ernstig persoonlijk letsel of de dood als
gevolg.
Gebruik alleen remvloeistof uit een
afgesloten reservoir. Vervuiling door
vuil, water, petroleumproducten of
andere materialen kunnen leiden tot
beschadiging of defecten aan het
remsysteem. Als u deze waarschuwing niet
in acht neemt, kan dit leiden tot verlies van
controle over de auto, ernstige of dodelijke
verwondingen.
Mondeo Hybrid (CNG) Hybrid Electric Vehicle (HEV), Vehicles Built From: 08-09-2014 Vehicles Built Up To: 19-04-2015, CG3634nlNLD nlNLD, Edition date: 10/2014, First Printing
Onderhoud
Voorkom dat de vloeistof in contact
komt met de huid of de ogen. Dit kan
ernstige verwondingen veroorzaken.
Spoel het betreffende lichaamsdeel direct
met veel water schoon en neem contact
op met uw huisarts.
Een vloeistofpeil tussen de MAX- en
MIN-markeringen ligt binnen het
normale werkbereik en er hoeft geen
vloeistof te worden bijgevuld. Een
vloeistofpeil buiten het normale
bedrijfsbereik kan de prestaties van het
rem- of koppelingssysteem in het gedrang
brengen. Laat uw auto onmiddellijk
controleren.
Zie Inhouden en specificaties (bladzijde
262).
N.B.: Het remsysteem en het
bedieningsmechanisme van de koppeling
zijn aangesloten op één reservoir.
RUITENSPROEIERVLOEISTOF
CONTROLEREN
N.B.: Het reservoir voorziet de
sproeiersystemen vóór en achter van
sproeiervloeistof.
233
WAARSCHUWINGEN