BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
6
Leid de draad langs het draadpad dat is
aangegeven op de machine en leid deze
onder de middelste draadgeleider 1.
1 Middelste draadgeleider
2 Draadgeleiderpen
• Het pad van de bovendraadgeleider langs
de draadspanningsschijf naar de middelste
draadgeleider (stap
afhankelijk van het klosnummer afwijken.
De draad moet van links naar rechts door
de draadgeleiderpennen worden geleid om
te voorkomen dat de draad verward raakt.
Voorzie iedere naaldstang van een draad
(zie afbeelding op pagina 57).
7
Leid de draad langs opening 1 om deze van
rechts naar links door het gat in
ophaalhendel 1 te halen.
1 Draadophaalhendel
58
5
6
t/m
) kan
8
Leid de draad door de opening in de
draadgeleider en vervolgens door het gat in
de onderste draadgeleider 1.
1 Gat in lage draadgeleider
9
Gebruik de meegeleverde naaldinrijger om
de draad door de draadgeleider van
naaldstang 1 te leiden.
1 Draadgeleider van naaldstang
2 Naaldwisselhulp (naaldinrijger)