Aansluiting condensaatleiding buiten
F
Anschluss Kondensatleitung außen
E
D
Legenda: 819554-1
Pos.
Naam
KS
Grindlaag voor opname van max. 100 l condensaat per dag als bufferzone voor het wegsijpelen
3
Condensafvoerbuis DN 40 (ter plaatse)
C
Legende: 819554-1
Technische Änderungen vorbehalten.
Aufstellungshinweise für Anschluß der Kondensatleitung außerhalb des
Belangrijk: Als het condensaat direct in de aarde wordt geleid (afbeelding 1a) moet de condensafvoerbuis
Gebäudes.
bodem en de warmtepomp worden geïsoleerd.
KS
Belangrijk: Als het condensaat direct in een afvalwater- of regenwaterleiding wordt geleid, moet een sifon worden geïnstalleerd
(afbeelding 1b).
3
Er moet een bovenaards geïsoleerde en verticaal gelegde kunststof buis worden gebruikt. Verder mogen in
B
Wichtig: Beim direkten Einleiten des Kondenswassers in die Erde (Abbildung 1a),
de afvoerbuis geen terugslagkleppen of dergelijke geïnstalleerd zijn. De condensafvoerbuis moet zo worden
aangesloten, dat het condensaat vrij in de hoofdleiding kan stromen. Als het condensaat in drainages of in het riool
Wichtig: Bei direktem Einleiten des Kondenswassers in eine Abwasser- oder
wordt afgevoerd, moet op een installatie met een niveauverschil worden gelet.
In alle gevallen (afbeelding 1a en afbeelding 1b) moet gegarandeerd zijn dat het condensaat vorstvrij wordt afgevoerd.
F
A
In allen Fällen (Abbildung 1a und Abbildung 1b) muss gewährleistet sein,
Aansluiting condensaatleiding binnen
dass das Kondenswasser frostfrei abgeführt wird.
E
D
Legenda: 819554-2
Belangrijk: Bij de aansluiting van de condensaatleiding binnen een gebouw moet een sifon worden geïnstalleerd die luchtdicht
afsluit met de afvoerbuis (zie afbeelding 2a).
C
Op de condensafvoerbuis van de warmtepomp mogen geen aanvullende afvoerleidingen worden aangesloten.
De afvoerleiding richting riool moet vrij zijn. D.w.z. dat na de aansluitleiding van de warmtepomp noch een
terugslagklep noch een sifon mag worden geïnstalleerd.
In alle gevallen (afbeelding 2a) moet gegarandeerd zijn dat het condensaat vorstvrij wordt afgevoerd.
B
Technische wijzigingen voorbehouden | 83026300bNL | ait-deutschland GmbH
1
2
3
3
KS
1a
Kiesschicht zur Aufnahme von bis zu 100l Kondenswasser pro Tag
als Pufferzone zum versickern.
Kondensatablaufrohr DN 40
muss das Kondensatablaufrohr (3) zwischen Boden und Wärmepumpe isoliert werden.
Regenwasserleitung muss ein Syphon gesetzt werden (Abbildung 1b). Es muss ein
oberhalb des Bodenreichs gedämmtes und senkrecht verlegtes Kunststoffrohr
verwendet werden. Weiterhin dürfen im Abflussrohr keine Rückschlagklappen oder
1
2
ähnliches installiert sein. Das Kondensatablaufrohr muss so angeschlossen werden,
dass das Kondensat frei in die Hauptleitung einfließen kann. Wird das Kondensat in
Drainagen oder in die Kanalisation abgeleitet, ist auf eine Verlegung mit einem Gefälle
zu achten.
Anschluss Kondensatleitung innen
1
2
2a
Legende: 819554-2
Technische Änerungen vorbehalten.
Aufstellungshinweise für Anschluß der Kondensatleitung innerhalb des
Gebäudes.
Wichtig: Beim Anschluss der Kondensatleitung innerhalb eines Gebäudes muss ein Syphon
eingebaut werden, der mit dem Abflussrohr gasdicht abschließt (siehe Abbildung 2a).
3
Hybrox 11 / Hybrox 16
3
1b
1c
3
3
2b
4
5
③
tussen de
5
4
-
4
Zust. Änderungstext
49
A
6
DIN
Erst
Gep
Norm
ai
D
21.09.23
RuEb
ww
Datum
Von