8
Spoelen, vullen en ontluchten
8.1 Kwaliteit verwarmingswater
AANWIJZING
Gedetailleerde informatie vindt u onder andere
in de (Duitse) VDI-richtlijn 2035 "Voorkomen van
schade in warmwaterverwarmingsinstallaties".
1.
Let erop dat de ph-waarde van het verwarmings-
water tussen 8,2 – 10 ligt, voor aluminium materi-
alen tussen 8,2 – 9.
Idealiter ligt de pH-waarde na het vullen al in het
vereiste bereik. Na uiterlijk 6 weken moet hij zich
hebben aangepast aan het vereiste bereik.
2.
Let erop dat het elektrisch geleidingsvermogen
< 100 μS/cm is.
AANWIJZING
Indien de benodigde waterkwaliteit niet kan
worden ingesteld, de hulp van een vakbedrijf
inroepen, dat zich in de behandeling van ver-
warmingswater gespecialiseerd heeft.
3.
Vul de installatie uitsluitend met gedeminerali-
seerd verwarmingswater (VE-water) of met water
overeenkomstig VDI 2035-norm (zoutarme werk-
wijze van de installatie).
Voordelen van de zoutarme werkwijze:
● geringe corrosieve eigenschappen
● geen vorming van ketelsteen
● ideaal voor gesloten verwarmingscircuits
4.
Bewaar een installatieboek bij voor warmwater-
verwarmingsinstallaties bijhouden waarin de re-
levante planningsgegevens en de waterkwaliteit
worden ingevoerd (VDI 2035).
Antivries in het verwarmingscircuit
Het is niet toegestaan antivries of een water-antivries-
mengsel in het verwarmingscircuit te vullen.
De warmtepompen hebben veiligheidssystemen, die
het bevriezen van het water voorkomen, ook als de
verwarming uitgeschakeld is. Voorwaarde is dat de
warmtepomp ingeschakeld blijft en niet van het elektri-
citeitsnet losgekoppeld wordt. Bij vorstgevaar worden
de circulatiepompen aangestuurd.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83026300bNL | ait-deutschland GmbH
8.2 Verwarmingscircuit spoelen,
vullen, ontluchten
De afvoerleiding van de veiligheidsafsluiter is
aangesloten.
► Let erop dat de activatiedruk van de veiligheidsaf-
sluiter niet wordt overschreden.
LET OP
Doorspoelen van het verwarmingscircuit alleen in de
stromingsrichting.
AANWIJZING
Ter ondersteuning van de spoel- en ontluch-
tingsprocedure kan ook het ontluchtingspro-
gramma van de regelaar worden genomen.
Door het ontluchtingsprogramma is het moge-
lijk om afzonderlijke circulatiepompen en ook
de omschakelklep aan te sturen. De demon-
tage van de klepmotor is dan niet noodzakelijk.
1.
Ontlucht het systeem altijd op het hoogste punt.
2.
Ontlucht de warmtepomp met de hydraulische
aansluitset.
9
Hydraulische aansluitingen
isoleren
Isoleer hydraulische leidingen in overeenstemming
met de lokale voorschriften.
1.
Open de afsluiters.
2.
Voer een drukproef uit en controleer de dichtheid.
3.
Isoleer de externe buisleidingen.
4.
Isoleer alle aansluitingen, armaturen en leidingen.
5.
Isoleer de condensafvoer vorstvrij.
6.
Het apparaat moet aan alle zijden volledig geslo-
ten zijn om bescherming tegen knaagdieren te
garanderen.
19