1.
Maak de buitenkant van het apparaat schoon met een zachte
doek en een verdund, niet schurend, schoonmaakmiddel.
2.
Maak de buitenkant van het apparaat droog met een zachte,
droge doek.
3.
Verwijder voorwerpen en stof uit het deurrubber.
4.
Maak de deur en het deurrubber schoon met een zachte
doek en een verdund, niet schurend, schoonmaakmiddel.
5.
Start het trommelreinigingsprogramma. Doe hierbij geen was
in de wasmachine.
5.2. HET WATERFILTER SCHOONMAKEN
1.
Maak de waterfilters van de watertoevoer elke 3 maanden
schoon.
2.
Draai de beluchterkraan dicht.
3.
Zet een emmer of teiltje onder de beluchterkraan Ontkoppel
de watertoevoerslang van de beluchterkraan.
4.
Laat de toevoerslang leeglopen in de emmer of het teiltje.
Maak het filter in de toevoerslang schoon met een kleine
borstel.
5.
Maak het filter in de toevoerslang schoon met een kleine
borstel.
6.
Ontkoppel de toevoerslang van het apparaat.
25