3.7. DE AFVOERSLANG AANSLUITEN
De afvoerslang kan op twee manieren worden aangesloten:
-
op een sifon (zie hoofdstuk 3 . 7 . 1 . )
-
op een afvoerbuis (zie hoofdstuk 3 . 7 . 2 . )
3.7.1. DE AFVOERSLANG AANSLUITEN OP EEN SIFON
De vaatwasser aansluiting op de sifon dient een minimale diameter van 1 ½ inch te hebben en aanwezig te zijn op een
maximale hoogte van 100 cm.
1.
Verwijder de vaatwasser aansluiting van de sifon.
2.
Verwijder de rubberen stop uit de wasmachineaansluiting.
3.
Plaats de wasmachineaansluiting terug op de sifon.
4.
Schuif een slangklem om het uiteinde van de afvoerslang. De
slangklem is niet meegeleverd. De wasmachineaansluiting
op de sifon dient een minimale binnendiameter van 1 ½ inch
te hebben en aanwezig te zijn op een maximale hoogte van
100 cm.
5.
Schuif de afvoerslang over de vaatwasser aansluiting op de
sifon.
6.
Draai de slangklem vast met een schroevendraaier.
3
OPMERKING
• Controleer tijdens de eerste wasbeurt of er lekkage optreedt. Als er lekkage optreedt, controleer of de afvoerslang correct
en volledig is aangesloten. Als er geen lekkage optreedt, is de afvoerslang correct aangesloten.
3.7.2. DE AFVOERSLANG AANSLUITEN OP EEN AFVOERBUIS
Steek de afvoerslang in de afvoerbuis.
Steek de afvoerslang niet dieper dan 15 cm in de afvoerbuis om te
voorkomen dat het water tijdens het afpompen terugstroomt.
3
OPMERKING
• Wilt u de afvoerslang van de wasmachine en een wasdroger op dezelfde afvoerbuis aansluiten, installeer dan eerst een
y-stuk op de afvoerbuis.
• De losse afvoerbuis dient een minimale diameter van Ø4 cm te hebben en aanwezig te zijn op een maximale hoogte van
100 cm.
• Het is raadzaam om de afvoerslang met een afvoerslangbeugel aan de muur te bevestigen om knikken of verstoppingen
in de afvoerslang te voorkomen.
13