3 Specifieke gebruikstoepassingen
3.9
Meetresultaten naar een extern apparaat uitvoeren
Afhankelijk van het gebruik van de meetresultaten kunnen gegevens worden uitgevoerd naar
de optionele miniprinter of naar de pc worden verzonden.
3.9.1
Uitvoeren naar een miniprinter (optioneel accessoire)
Als u de optionele Digimatic miniprocessor aansluit op de Digimatic uitgangsconnector van dit product,
kunt u meetresultaten uitvoeren. De meetresultaten worden automatisch uitgevoerd na voltooiing van
de meting. U kunt echter ook gegevens uitvoeren door te drukken op
OPMERKING
U kunt meetresultaten uitvoeren wanneer deze worden weergegeven. Er is geen uitvoer tijdens een scanmeting.
Tips
• U kunt ook meetresultaten uitvoeren met behulp van optionele externe apparaten. Bekijk de bijbehorende
handleiding voor de Digimatic miniprocessor voor meer details.
• Het product is standaard ingesteld om de waarde uit te voeren die wordt weergegeven in de bovenste rij van
het LCD-scherm. Gebruik de volgende procedure om de instelling te wijzigen naar de onderste rij.
1
Druk op
»
Tekens en pictogrammen worden weergegeven in de onderste rij van het LCD-scherm.
2
Druk op
3
Druk op
»
Configuratie is voltooid.
• Gebruik de volgende procedure om op te geven hoeveel cijfers van de meting worden uitgevoerd. U kunt
[out-d1] (Digimatic output) of [out-d2] (Digimatic 2 output) opgeven, afhankelijk van het aantal cijfers dat het
externe apparaat dat u gaat aansluiten, kan uitvoeren. [out-d1] (Digimatic output) is de standaardinstelling.
1
Druk op
»
Tekens en pictogrammen worden weergegeven in de onderste rij van het LCD-scherm.
2
Druk op
3
Druk op
.
om [OUTPUT] (uitvoerinstelling) te selecteren.
of
om de onderste rij te selecteren en druk vervolgens op
.
om [OUTPUT] (uitvoerinstelling) te selecteren.
of
totdat [out-d *] wordt weergegeven.
47
.
.
nr. 99MAF600N