3 Specifieke gebruikstoepassingen
3.4
De beëindigingsmethode instellen
voor scanmetingen
Een scanmeting verkrijgt meerdere metingen door de kogel van de taster te verplaatsen terwijl het
contact met het werkstuk wordt behouden en berekent waarden zoals de maximale en minimale
waarden uit de metingen. Deze sectie legt uit hoe u de beëindigingsmethode voor het scanmetingen
kunt opgeven. Deze instelling is van toepassing op metingen van de binnen- en buitendiameter.
Tips
[Auto] (automatische beëindiging) is de standaardinstelling.
1
Druk op
.
»
Tekens en pictogrammen worden weergegeven in de onderste rij van het LCD-scherm.
2
Druk
om te selecteren
3
Druk
of
»
[Auto] (automatische beëindiging) of [ENTER] (handmatige beëindiging) wordt weergegeven afhankelijk van
de huidige instelling.
4
Druk
of
Instellen
[ENTER]
[Auto]
»
Configuratie is voltooid.
OPMERKING
Als [Auto] (automatische beëindiging) is ingesteld, zorg er dan voor dat de kogel is ingesteld om door de laagste
en hoogste punten van het gat of cilinder te gaan. Een nauwkeurig meetresultaat kan niet worden verkregen als
de kogel niet door de laagste en hoogste punten gaat.
(tasterinstellingen).
om het volgende scherm weer te geven.
om de instelling te selecteren en druk vervolgens
Druk op
om de scanmeting handmatig te beëindigen.
De scanmeting wordt automatisch beëindigd wanneer de kogel van de taster
ongeveer 0,5 mm naar boven gaat ten opzichte van het laagste punt of ongeveer
0,5 mm naar beneden gaat ten opzichte van het hoogste punt van het gat of de
cilinder. Wanneer de meting is voltooid, is er een pieptoon te horen.
.
Details
43
nr. 99MAF600N