3 Specifieke gebruikstoepassingen
3.1.1
Bepaling van het verschil tussen de meest recent
gemeten waarde
Controleer het verschil tussen de huidige en de vorige meting door de waarde in de onderste rij
van het LCD-scherm te bekijken. Als voorbeeld worden met de Oppervlakteplaat ingesteld als de
ABS-referentie de hoogten van a1, a2 en a3 in die volgorde gemeten en kan het verschil voor elke
meting worden gecontroleerd.
Tips
• Ga naar
"1.4.1 Referentieconfiguratie" (pagina 10) voor meer details over de ABS-referentie.
• Ga naar
"2.1 De hoogte meten" (pagina 17) voor meer details.
• Als een binnendiameter-, buitendiameter- of vlakscanmeting wordt uitgevoerd, wordt de gemiddelde meting
gebruikt voor vergelijkingen. Als de binnendiameter bijvoorbeeld opeenvolgend wordt gemeten voor cirkels
s1 en s2, wordt het verschil dat wordt weergegeven in de onderste rij van het LCD-scherm berekend met
behulp van de mediaanwaarden (middelpunten) van cirkel s1 en s2.
1
Houd ingedrukt
»
[ABS] wordt weergegeven op het LCD-scherm.
2
Meet de hoogte van a1.
H ABS
3
Meet de hoogte van a2.
»
Het verschil met a1 wordt in de onderste rij weergegeven.
H ABS
om te veranderen naar de ABS-referentie-instelling.
mm
mm
a3
a3
a2
a2
67 mm
67 mm
45 mm
45 mm
a1
a1
25 mm
25 mm
32
ABS-referentie
nr. 99MAF600N