Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Normale Werking; Was Drogen; Lucht Omkeren - Exquisit LE 2055 wes Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

35.1 Normale werking

Bij de bedrijfsmodus normale bediening
kunt u de instellingen, zoals het
luchtvochtigheids-niveau, dat in de
ruimte moet worden bereikt, en het
ventilatieniveau aanpassen.
Als de luchtvochtigheid in de ruimte
boven de ingestelde waarde ligt, start
de luchtont-
vochtiger de ontvochtigings-functie.
Zodra de ingestelde vochtigheidsgraad
is bereikt, schakelt de
ontvochtigingsfunctie uit, terwijl de
ventilator nog
ongeveer 3 minuten blijft nalopen, om
het oververhitten van de
luchtontvochtiger of de compressor te
voorkomen en dan vervolgens ook uit te
schakelen. Het controlelampje boven
knop 19 toont aan, dat de gewenste
luchtvochtigheid is bereikt (zie afb. C).
Als de luchtvochtigheid in de ruimte
boven de ingestelde waarde ligt, wordt
de ontvochtigingsfunctie
weer geactiveerd en de ventilator draait
op het ingestelde ventilatorniveau.
Instellingsopties:
- 30% tot 80% luchtvochtigheid (in
stappen van vijf procent)
CO (gewenste luchtvochtigheid onder
30% bij continue ontvochtiging)
- laag ventilatorniveau
+ hoog ventilatorniveau
Ga bij het instellen van de nor-male
bediening als volgt te werk:
Druk knop 22 zo vaak in, totdat het
controlelampje boven knop 22 voor
normale bediening knippert.
Het controlelampje knippert enige
seconden. Zodra het controlelampje
voortdurend brandt, werkt de
luchtontvochtiger in de bedrijfsmodus
„Normale bediening".
Druk op de knop +, om de gewenste
luchtvochtigheid te verhogen of druk op
de knop -, om de gewenste
luchtvochtigheid te verlagen.
Het gekozen luchtvochtigheid knippert
enige seconden.
Vervolgens gaat de weergave in het
display terug naar de huidige
luchtvochtigheid.
Druk op knop 20 om het gewenste
ventilatieniveau te kiezen.
Seite | 50
De controlelampjes 10 tot 22 geven
aan, welk ventilatieniveau u hebt
ingesteld.
Druk knop 23 in om een andere
bedrijfsmodus te kiezen en de
bedrijfsmodus normale werking te
beëindigen.

35.2 Was drogen

Bij de bedrijfsmodus „Was drogen" zijn
het luchtvochtig-heidsniveau (CO) en
het hoge ventilatorniveau vooraf
ingesteld en kunnen niet worden
gewijzigd. U kunt deze bedrijfsmodus
bij-voorbeeld kiezen om de
luchtstroming met ontvochtigde lucht
boven de ventilatorklep 1 op te drogen
was te sturen.
Druk knop 23 zo vaak in, totdat het
controlelampje 13 voor was drogen
knippert (zie afb. C). Het controlelampje
knippert enige seconden.
Zodra het controlelampje voortdurend
brandt, werkt de luchtontvochtiger in de
bedrijfsmodus „Was drogen".
Het controlelampje 10 geeft aan, dat
het hoge ventilatorniveau is ingesteld.
In het display wordt de huidige
luchtvochtigheid weergegeven.
Druk knop 23 in om een andere
bedrijfsmodus te kiezen en de
bedrijfsmodus was drogen te
beëindigen.

35.3 Lucht omkeren

Bij de bedrijfsmodus lucht omkeren is
uitsluitend het gekozen ventilatorniveau
actief,
terwijl de ontvochtigingsfunctie is
uitgeschakeld. U kunt deze
bedrijfsmodus
Bijvoorbeeld kiezen, om de ruimtelucht
te laten circuleren, zonder deze daarbij
te ontvochtigen.
Druk knop 19 zo vaak in, totdat het
controlelampje boven knop 19 voor
lucht omkeren knippert. Het
controlelampje knippert enige seconden.
Zodra het controlelampje voortdurend
brandt, werkt de luchtontvochtiger in de
bedrijfsmodus „Lucht omkeren". In het
display wordt de huidige
luchtvochtigheid weergegeven.
Druk op knop 20 om het gewenste
ventilatieniveau te kiezen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave