als het netsnoer of de stekker
defect is.
• Als het netsnoer van de
luchtontvochtiger beschadigd is
geraakt, moet dit door de
klantenservice van de fabrikant of
een vakkundige reparateur
worden vervangen om gevaren te
voorkomen.
• Open de behuizing niet, maar laat
de reparatie over aan
specialisten. Neem contact op
met een gespecialiseerde
werkplaats.
• Bij zelfstandig uitgevoerde
reparaties, ondeskundige
aansluiting of verkeerd gebruik
zijn aansprakelijkheids- en
garantieclaims uitgesloten.
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel!
In het geval van onjuiste behande-ling
van de luchtontvochtiger bestaat er
gevaar voor letsel.
Zorg ervoor dat er geen losse
voorwerpen zoals bijvoorbeeld vitrages
en gordijnen, lange haren, stropdassen
enz. in de ventilatieopeningen komen.
Deze kunnen door de lucht-stroom
worden opgezogen.
Laat de luchtontvoch-tiger altijd
volledig afkoelen, voordat u deze
reinigt of opbergt!
WAARSCHUWING
Explosie- en vergiftigingsgevaar!
Deze luchtontvochtiger bevat het koelmiddel
R290. Hierbij gaat
Het om een gefluoreerd broeikasgas met een
relatief
aardopwarmingsvermogen (GWP) van 1430,
waarop het Kyoto-protocol van toepassing is.
Het broeikasgas kan gevaarlijk zijn voor het
milieu en bijdragen aan het broeikaseffect als
het in de atmosfeer
komt. In het geval van onjuiste behandeling
van de luchtontvochtiger
bestaat er explosie- en vergiftigingsgevaar.
Gebruik de luchtontvochtiger niet in een
explosiegevaarlijke omgeving.
Gebruik de luchtontvochtiger nooit in een
zwavelzout- of olieachtige atmosfeer en
bewaar deze niet in een dergelijke atmosfeer.
Let op hoofdstuk 8 Instructies voor bij het
afval doen
31.2 Veiligheid en
waarschuwing
Gebruik de luchtontvochtiger alleen bij
een omgevingstemperatuur
van 5–35 °C.
Plaats de luchtontvochtiger op een
gemakkelijk bereikbare plaats, op een
vlakke, droge en voldoende stabiele
ondergrond.
Plaats de luchtontvochtiger niet aan de
zijde of aan de rand van een oppervlak.
Sluit de ventilatieklep nooit volledig
tijdens het gebruik van de
luchtontvochtiger.
Dek nooit de ventilatieopeningen aan de
boven- en achterkant van de
luchtontvochtiger af.
Reinig de ventilatieopeningen
regelmatig om verstopping te
voorkomen.
Plaats geen voorwerpen op de
luchtontvochtiger.
Houd bij het installeren van de
luchtontvochtiger een afstand van
minimaal 30 cm aan voor de zijkant en
bovenkant tussen de luchtontvochtiger
en de wanden of objecten.
Plaats de luchtontvochtiger niet op of in
de buurt van warme oppervlakken
(zoals kookplaten, enz.).
Breng het netsnoer niet in contact met
warme delen.
Stel de luchtontvochtiger nooit bloot aan
hoge temperaturen (verwarming enz.),
of weersinvloeden (regen, enz.).
Vul nooit vloeistof in de
luchtontvochtiger.
Dompel de luchtontvochtiger voor het
schoonmaken nooit onder in water en
gebruik voor het schoonmaken geen
stoomreiniger.
Gebruik de luchtontvochtiger nooit
meer, wanneer de kunststof onderdelen
van de luchtontvochtiger scheuren
vertonen, gesprongen of vervormd zijn.
Vervang beschadigde onderdelen alleen
door geschikte originele
reserveonderdelen.
Vervoer, gebruik en bewaar de
luchtontvochtiger altijd rechtop.
Seite | 47