Controleer relais, elektrische aansluitingen
en leidingen.
Controleer of leidingen en aansluitingen
goed vastzitten en niet lekken.
Controleer afvoer van het dooiwater.
Uit te voeren bij onderhoud A +
Kalibreer de luchtdrukverschilschakelaar.
Controleer het lager van de waterpomp.
Controleer het filter van de brandstofpomp.
Controleer de toestand van de starter.
Smeer
de
bedieningsstangen
dieselmotor.
Controleer de hoeveelheid koudemiddel.
Controleer het oliepeil van de compressor.
Controleer van de accu de aansluitklemmen
en het peil van de accuvloeistof (indien mogelijk).
Controleer de laadstroom van de acculader.
Onderhoud
Controleer de goede werking van de
B
temperatuurregeling.
Controleer ontdooi-beëindigings-sensor.
Controleer de werking van de solenoids.
Controleer
motorsnelheid
snelheid.
Controleer de motorthermostaat.
Vervang waterpomp-V-snaar.
Tap water af van brandstoftank.
Controleer bedrading en kabelbomen op
slijtage.
Vervang het patroon van de drogeluchtfilter.
Vervang de filterdroger.
Elke 2 jaar
Reinig expansieventiel.
Elke 5 jaar
Vervang alle brandstofslangen.
of om de
10.000 uren
10. SAMENVATTING VOORSCHRIFTEN A.T.P. EUROPE
(Datum: maart 1974)
Goedkeuring van voertuigen bestemd voor transport van aan
bederf onderhevige waren.
Het voertuig dient voorafgaand aan de ingebruikneming door
de bevoegde gezondheidsdienst goedgekeurd te worden.
Technische gegevens van transportvoertuigen van aan
bederf onderhevige waren; koelvoertuig.
Het koelvoertuig is een isothermisch voertuig voorzien van
een
koelinrichting
waarmee
bij
buitentemperatuur van +30°C de binnentemperatuur van de
lege laadruimte op de volgende wijze verlaagd en constant
gehouden kan worden:
62-61773-02
Categorie A: Koelvoertuig voorzien van een koelinrichting
waarmee de temperatuur geselecteerd kan worden tussen
+12°C en 0°C.
Categorie B: Koelvoertuig voorzien van een koelinrichting
waarmee de temperatuur geselecteerd kan worden tussen
+12°C en –10°C.
Categorie C: Koelvoertuig voorzien van een koelinrichting
waarmee de temperatuur geselecteerd kan worden tussen
+12°C en –20°C.
van
de
Het koelvermogen van een unit wordt bepaald door een
controle die uitgevoerd wordt in een erkend keurstation
en wordt bevestigd door middel van een proces-verbaal.
Opmerking: de factor "K" van carrosserieën die bestemd zijn
om in categorie C opgenomen te worden, dient gelijk te zijn
aan of lager te zijn dan 0,4 W/m
Symbolen, merktekens en gegevensplaatjes die op koel-units
aangebracht dienen te worden
bij
hoge/lage
Koelplaatje
Voor de identificatiemerktekens zijn de lettercombinaties
volgens onderstaande lijst voorgeschreven:
Koelvoertuig Licht Geïsoleerd Categorie A
Koelvoertuig Geïsoleerd Categorie A
Koelvoertuig Geïsoleerd Categorie B
Koelvoertuig Geïsoleerd Categorie C
Behalve de hierboven bepaalde identificatiemerktekens, dient
ook de geldigheid (maand, jaar) getoond te worden.
Zeer belangrijk
De vervaldatum van het goedkeuringsbewijs dient regelmatig
gecontroleerd te worden. Tijdens het transport dienen het
goedkeuringsbewijs of de voorlopige verklaring aan de
bevoegde ambtenaren op hun verzoek getoond te worden.
Ter verkrijging van de goedkeuring van een isothermisch
voertuig als koelunit dient een verzoek tot wijziging van het
goedkeuringsbewijs aan de regionale gezondheidsdienst
gericht te worden.
een
gemiddelde
2
°C.
FNA
FRA
FRB
FRC
Voorbeeld:
FRC 6-2010
(6 = maand (juni) 2010 = jaar)
97