Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Lijst Met Alarmen; Werken Met Het Extra Bedieningspaneel; Wijzigen Van Het Setpoint; Instellen Van Het Setpoint - Carrier VECTOR Series Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

8.13.1.

Lijst met alarmen

Als de unit om veiligheidsredenen uitgeschakeld is, wordt
er "UNITUITSCHAKELING-ZIE ALARMLIJST" weergegeven.
Door op de toets ALARMLIJST (
u de nog actieve alarmen op het berichtenscherm. Hieronder
ziet u welke alarmmeldingen kunnen optreden die tot
stilleggen van de unit leiden:
Alarmmelding
: alleen alarm
X of : hangt af van de configuratie
X: Stopzetten
Waarschuwingen voor chauffeur
"2-LAAG MOTOROLIEPEIL" (optie)
Uitschakelingsalarmen
"11-LAGE MOTOROLIEDRUK"
"12-HOGE KOELVLOEISTOFTEMP"
"13-HOGE COMPRESSORPERSDRUK"
"14-ELEKTRISCH CIRCUIT"
"15-ACCUSPANNING TE HOOG"
"16-ACCUSPANNING TE LAAG"
"17-HOGE COMPRESSORPERSTEMP"
"18-LAGE ZUIGDRUK"
"19-BRANDSTOFGEBREK"
"22-LAGE ZUIGGAS OVERVERHIT"
"23-WISSELSTROOM (AC) TE HOOG"
"27-HOGE ZUIGDRUK"
"28-CONTROLEER KOELSYSTEEM"
Opstart-/Motor-alarmen
"30-MIN RUNTIME NIET VOLBRACHT"
"31-AUTOM. START MISLUKT"
"32-HANDMATIG STARTEN MISLUKT"
"39-CTRL MOTORTOERENTAL"
"35-CTRL STARTERCIRCUIT"
"41-MOTOR AFGESLAGEN"
Waarschuwings-/statusalarmen
"51-ACCU LAADT NIET BIJ"
"62-C2 BAKTEMP BUITEN BEREIK" -V1850 Mt°
"63-C3 BAKTEMP BUITEN BEREIK" -V1850 Mt°
Elektrische alarmen
"73-GEEN SPANNING-CONTR. KABEL"
"74-WISSELSTR.FASE OMGEKEERD"
"75-COMPR.MOTOR OVERVERHIT"
"76-CONDENSORFAN OVERVERHIT"
"77-VERDAMPERFAN OVERVERHIT"
"98-CTRL HOGE TEMP THERMOSTAT"
Sensoralarmen
"122-CONTR. RETOURLUCHTSENSOR"
"123-CTLR. INBLAASLUCHTSENSOR"
Microprocessor-alarmen
"232-FOUT INSTELTEMPERATUUR"
"233-VERKEERD MODELNR"
"237-VERK. FUNCT. PARAMETERS"
"238-FOUT CONFIGURATIES"
"242-KALIBRATIEFOUT PERSDRUK"
"243-KALIBRATIEFOUT ZUIG/VERD"
"244-ECONO.CALIBRATIE FOUT"
"245-KAN INSTEL. NIET OPSLAAN"
"246-EEPROM-SCHRIJFFOUT"
"248-VERKEERDE CONFIG./HP2"
"249-MICROPROCESSOR STORING"
62-61773-02
8.14.
1.
2.
3.
4.
) te drukken, brengt
status
X of 
X of 
X
X
X
X
X
X of 
X of 
8.14.1.
X
Het wijzigen van de streeftemperatuur kan worden gedaan
X
vanaf het bedieningspaneel of met de cabinebediening.
X of 
1.
X of 
X
X
8.14.2.
X
X of 
De gebruiker kan 5 verschillende insteltemperaturen voor
X of 
elk compartiment vooraf instellen op het bedieningspaneel.
X
1.
X of 
X of 
X of 
2.
3.
X
X of 
X
4.
X
5.
X
X beide
elektrische
6.
verwarmers
X
X
7.
X
X
8.14.3.
X
X
1.
X
X
2.
X
X
3.
X
X

Werken met het extra bedieningspaneel

Start de unit zoals boven beschreven.
Druk op de toets SYSTEM AAN/UIT (16).
Het Power-lampje gaat nu AAN.
Druk op de AAN/UIT-toets (14) om het geselecteerde
compartiment te activeren.
Display.
wacht op communicatie met
de unit
weergave van de temperatuur van
het compartiment
Weergave van
de streeftemperatuur
werkwijze van de verdamper:
verwarmen (heat), of koelen (cool),
of uit (null)
compartiment uitgeschakeld via
afstandbediening
compartiment wordt ontdooid
(defrost)
temperatuursensor werkt niet
goed

Wijzigen van het setpoint

Druk op de pijltoetsen OMHOOG of OMLAAG (19)
om het setpoint te verhogen of verlagen. Dit gaat
op dezelfde manier voor elk compartiment.

Instellen van het setpoint

Zet de hoofd-RUN/STOP-schakelaar (11) en de
schakelaars voor de gewenste afstandsbediende
compartimenten (14) op de unit op RUN.
Druk op het Carrier-logo, waarna het
vergrendelingslicht verschijnt.
Druk 10 seconden op de PIJL OMHOOG voor het
hoofdcompartiment. Voor alle compartimenten
verschijnt nu P1.
Stel de laagst gewenste insteltemperatuur in.
Druk op het Carrier-logo; P2 verschijnt nu. Stel de op
een na laagst gewenste insteltemperatuur in. Er zijn
maximaal vijf voorinstellingen beschikbaar.
Door op de omhoog- of omlaag-pijl van compartiment 2
te drukken kan de laagst gewenste temperatuur voor
compartiment 2 vooraf worden ingesteld. Door op het
Carrier-logo te drukken gaat u naar de op een
na laagste (en zo voort, tot 5 instellingen).
Druk 10 seconden op het Carrier-logo; hierdoor dooft
het vergrendelingslampje en worden de vooringestelde
temperaturen in het geheugen opgeslagen.

Het verwijderen van vooringestelde setpoints

Zet de hoofd-RUN/STOP-schakelaar en de
schakelaars voor de gewenste afstandsbediende
compartimenten op de unit op RUN.
Druk op het Carrier-logo, waarna het
vergrendelingslicht verschijnt.
Druk 10 seconden op de pijl voor het hoofdcompartiment.
Voor alle compartimenten verschijnt nu P1.
95

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vector 1550Vector 1550 cityVector 1850Vector 1850 mt

Inhoudsopgave