Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Druk Van Atomisatielucht; Optimale Druk Van Transport- En Atomisatielucht; Uitschakelen - Nordson Versa-Spray II IPS Handleiding

Met 2 manometers
Verberg thumbnails Zie ook voor Versa-Spray II IPS:
Inhoudsopgave

Advertenties

4‐4
Gebruik

Uitschakelen

Handleiding 33‐19
Druk van transportlucht
Als de druk van de transportlucht te laag is ingesteld, kan er een te dunne
coating worden afgezet of is er een onregelmatige poederafgifte. Als de
druk van de transportlucht te hoog is ingesteld, kan er te veel poeder op te
hoge snelheid worden afgegeven. Dit kan de afzetting van een te dikke
spuitlaag of overspray tot gevolg hebben, hetgeen de
overdrachteffectiviteit vermindert en poederverspilling veroorzaakt. Een
overmatig hoge transportluchtdruk kan ook de afzetting van door inslag
versmolten poeder in het pistool of in de pomp versnellen, of kan
voortijdige slijtage van de met poeder in contact komende onderdelen van
het pistool en de pomp veroorzaken.
Door de overspray minimaal te houden vermindert u de hoeveel terug te
winnen of te recyclen poeder. U vermindert zo de slijtage en
achteruitgang van systeemonderdelen als pompen, spuitpistolen en filters
en houdt de onderhoudskosten laag.

Druk van atomisatielucht

Er wordt atomisatielucht toegevoegd aan het poeder en de transportlucht
om de snelheid van het poeder in de toevoerleiding te verhogen en
poederklonters te breken. Bij een lager poederdebiet moet de druk van de
atomisatielucht hoger zijn, om de poederdeeltjes in de luchtstroom in
suspensie te houden. Door een hogere poedersnelheid kan het
sproeipatroon gewijzigd worden.
Als de druk van de atomisatielucht te laag is, kan het gevolg een
onregelmatige poederafgifte bij het pistool zijn, samen met puffen en
stoten. Als de druk te hoog is ingesteld, kan de atomisatielucht de
snelheid van het poeder zodanig verhogen dat overmatige overspray,
inslagsmelting en voortijdige slijtage van de pomp en pistoolonderdelen
kunnen worden veroorzaakt. Door het verhogen van de druk van de
atomisatielucht zal bij sommige pompen de afgegeven hoeveelheid
poeder verminderen, waardoor een kleine aanpassing van
transportluchtdruk nodig is om dezelfde poederhoeveelheid te
handhaven.
Optimale druk van transport‐ en atomisatielucht
De druk van de transport‐ en atomisatielucht moeten worden ingesteld op
de laagst mogelijke waarden die een acceptabel spuitpatroon, de
gewenste poederdekking, coatingopbouw en oppervlaktekwaliteit
opleveren. Deze instellingen kunnen per poedertype variëren.
1. Zet de hoofdschakelaar van de hoofdbesturingsunit uit. Als er geen
hoofdbesturingsunit wordt gebruikt, zet dan de hoofdschakelaar van
de besturingsunit uit.
2. Voer de dagelijkse onderhoudswerkzaamheden uit.
213 633C
Uitgave 09/99
(vervolg)
E 1999 Nordson Corporation
Alle rechten voorbehouden

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave