Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrostatische Spanning/Afc-Regeling; Druk Van Fluïdisatielucht; Druk Van Transportlucht - Nordson Versa-Spray II IPS Handleiding

Met 2 manometers
Verberg thumbnails Zie ook voor Versa-Spray II IPS:
Inhoudsopgave

Advertenties

E 1999 Nordson Corporation
Alle rechten voorbehouden
Elektrostatische spanning/AFC‐regeling
De spanning verlagen is een veel gebruikte methode om de dekking in
diepe holtes en binnenhoeken te verbeteren. Het verlagen van het
voltage kan echter ook de gemiddelde overdrachteffectiviteit verminderen.
De snelheid, de richting en het patroon van het poeder kunnen even
belangrijk zijn als de elektrostatische lading bij het coaten van deze
gedeelten.
Gebruik de AFC-mode voor het opnieuw coaten van werkstukken die al
zijn uitgehard maar die aanvullend moeten worden gecoat en uitgehard,
en voor coaten van werkstukken met diepe holten. In deze mode kan met
de AFC‐knop een drempelwaarde voor de terugkoppelstroomsterkte
worden ingesteld. Het voltage wordt automatisch op maximum gezet. Als
de stroomsterkte de drempelwaarde bereikt, wordt de spanning
automatisch aangepast om de benodigde dekking te behouden. Een
aanbevolen startpunt is stand 4 op de kV/AFC‐schaal, wat overeenkomt
met ongeveer 40 microampère. Aanpassingen kunnen dan worden
gemaakt om de werking voor verschillende werkstukvormen en
toepassingsparameters te optimaliseren.
De AFC‐mode kan ook erg effectief zijn bij het gebruik van automatische
pistolen. Als door verplaatsing van het pistool of wijzigingen in de
werkstukconfiguratie de afstand tussen pistool en werkstuk wijzigt,
handhaaft de AFC‐mode een optimale combinatie van spanning en
stroomsterkte. De AFC‐mode zorgt voor een hoogwaardige dekking en
een maximale overdrachtefficiëntie, of er nu een grote vlakke buitenwand
vanaf een afstand wordt gecoat, of het pistool dichterbij wordt verplaatst
om hoeken of verzonken gedeelten te coaten.
Druk van fluïdisatielucht
Zie de handleiding van uw voorraadhopper voor de aanbevolen druk van
fluïdisatielucht. Bij een goede fluïdisatie verschijnen er traag en
gelijkmatig kleine luchtbellen aan het poederoppervlak, zodat het poeder
lijkt te koken. In deze toestand voelt het poeder aan als en gedraagt dit
zich als een vloeistof, waardoor de poederpomp dit gemakkelijk van de
hopper naar het spuitpistool kan transporteren.
Als de fluïdisatiedruk te laag is ingesteld, kan er een zware, inconsistente
poederstroom ontstaan. Als de fluïdisatiedruk te hoog is ingesteld, zal het
poeder heftig koken en is de poederstroom ongelijkmatig, met mogelijk
luchtbellen in de poederstroom.

Druk van transportlucht

De transportlucht transporteert het poeder‐lucht mengsel uit de
voorraadhopper naar het spuitpistool. Het verhogen van
transportluchtdruk vergroot de hoeveelheid poeder die met het pistool
wordt verspoten, waardoor de dikte van de op het werkstuk afgezette
poederlaag kan toenemen.
213 633C
Uitgave 09/99
4‐3
Gebruik
Handleiding 33‐19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave