7
Selecteer een gedeelde printer.
(1) Selecteer een gedeelde printer op de afdrukserver.
(2) Klik op [Volgende].
Als het dialoogvenster [Verbinding maken met printer] wordt weergegeven
Volg de aanwijzingen in het bericht.
OPMERKING
Het netwerkpad rechtstreeks invoeren
Geef het netwerkpad op als "\\naam afdrukserver (computernaam van afdrukserver)\printernaam."
8
Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, selecteert u of u deze printer wel of niet als
standaardprinter wilt instellen.
(1) Als u de printer wilt instellen als standaardprinter, selecteert u [Ja].
(2) Klik op [Volgende].