Configureer de afdrukvoorkeuren.
(1) Selecteer deze printer.
U kunt de printernaam wijzigen in de printermap (
(2) Configureer de afdrukvoorkeuren.
5
Klik op [Eigenschappen].
6
Geef de instellingen op voor [Paginaformaat] en [Uitvoerformaat].
(1) Open het tabblad [Pagina-instelling].
(2) Selecteer het paginaformaat van het document dat met een toepassing werd gemaakt.
(3) Selecteer deze optie als het formaat van het geplaatste papier afwijkt van het formaat van de gegevens.
"Basisbewerkingen/Diverse informatie voor
Windows").