Inhoudsopgave
Advertenties
Inbedrijfname
44
• Wanneer meetwaarden toenemen (maximum functie), gaat het relais over in de
alarmtoestand (grenswaarde overschreden) op tijd t2 nadat het inschakelpunt (t1) is
overschreden en de vertragingstijd (t2-t1) is verlopen.
• Wanneer meetwaarden afnemen, keert het relais terug naar de normale toestand
wanneer de meetwaarde tot onder het uitschakelpunt afneemt en de vertragingstijd (t4
-t3) is verlopen.
• Wanneer de inschakel- en uitschakelvertragingen zijn ingesteld op 0 s, zijn de inschakel-
en uitschakelpunten tevens de schakelpunten van de contacten. Dezelfde instellingen
kunnen ook worden toegepast voor een minumum-functie, houd daarvoor dezelfde
procedure aan als voor de maximum-functie.
1
2
t
2
1
33
Relatie tussen inschakel- en uitschakelpunten en tijdvertragingen
A
Inschakelpunt > uitschakelpunt: max. functie
B
Inschakelpunt < uitschakelpunt: min. functie
1
Inschakelwaarde
2
Uitschakelpunt
3
Contact AAN
4
Contact UIT
Relaisfunctiegroep
Cursief gemarkeerde functies worden niet ondersteund door de basisuitvoering van het
instrument.
Codering Veld
R
RELAY
R1
Kies de functie
A
3
t
1
2
B
3
t
t
1
2
Instelbereik
Display
(fabrieksinstelling
vet weergegeven)
Alarm
LV
Alarm + LV
Function
Smartec CLD132
4
t
t
t
3
4
4
t
t
t
3
4
Info
Instellingen
relaiscontact
R
RELAY
A0051454
Wanneer "Alarm" is
geselecteerd zijn de
velden R2 tot R5 niet
alarm
R1
relevant.
LV = grenswaarde
A0051455
Endress+Hauser
A0052980
Advertenties
Inhoudsopgave
