Elektrische aansluiting
26
6.2.6
Alarmcontact
A
22
Aanbevolen fail-safe schakeling voor het alarmcontact
A
Normale bedrijfsstatus
B
Alarmstatus
Normale bedrijfsstatus
Instrument in bedrijf en geen foutmelding
aanwezig (alarm-LED uit):
• Relais bekrachtigd
• Contact 42/43 gesloten
6.3
Controles voor de aansluiting
‣
Voer de volgende controles uit, wanneer u de elektrische aansluitingen heeft
uitgevoerd:
Toestand en specificaties van het instrument
Zijn de instrumenten en de kabels uitwendig onbeschadigd?
Elektrische aansluiting
Komt de voedingsspanning overeen met hetgeen staat gespecificeerd
op de typeplaat?
Voldoen de kabels aan de voorschriften?
Zijn de aangesloten kabels voorzien van trekontlasting?
Is de kabelinstallatie compleet geïsoleerd?
Is de kabelinstallatie correct uitgevoerd, zonder lussen en kruisingen?
Zijn de voedingskabel en de signaalkabels correct aangesloten
conform het aansluitschema?
Zijn alle schroefklemmen vastgezet?
Zijn alle kabelinvoeren geïnstalleerd, vastgedraaid en lekdicht?
Zijn alle deksel van de behuizingen geïnstalleerd en goed vastgezet?
41
42
43
Alarmstatus
Foutmelding aanwezig (alarm-LED rood) of instrument
defect of geen voedingsspanning (alarm-LED uit):
• Relais niet bekrachtigd
• Contact 41/42 gesloten
Smartec CLD132
B
41
42
43
Opmerkingen
Visuele inspectie
Opmerkingen
230 V AC
115 V AC
100 V AC
24 V AC/DC
Gebruik een originele E+H-kabel voor
de elektrode/sensor-verbinding, zie het
hoofdstuk accessoires
Installeer de voedings- en signaalkabels
afzonderlijk over het gehele
kabeltraject zodat geen interferentie
kan optreden. Afzonderlijke
kabelkanalen zijn het meest ideaal.
Controleer de afdichtingen op
beschadiging.
Endress+Hauser
A0052966