Printereigenschappen (driver)
De printer werkt volgens de ingestelde eigenschappen. U kunt de standaardinstellingen
wijzigen, zoals materiaalformaat en -soort, meerdere pagina's afdrukken op één vel
materiaal (N-per-vel), de resolutie en de watermerken. U hebt op de volgende manieren
toegang tot de printereigenschappen:
●
●
Aangezien veel programma's een eigen methode hebben voor het openen van de
Opmerking
printereigenschappen, worden in het volgende gedeelte de meest gebruikte methoden
beschreven voor Windows 98 SE, 2000, ME en Windows XP.
Alleen de instellingen van de huidige toepassing wijzigen
Hoewel de stappen per toepassing kunnen verschillen, wordt de volgende methode het
Opmerking
meest gebruikt.
1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing.
2. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op Eigenschappen.
3. Wijzig de instellingen en klik op OK.
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige afdruktaken in
Windows 98 SE, 2000 en ME
1. Klik in de taakbalk van Windows op Start, kies Instellingen en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de HP LaserJet 1018-printer.
3. Klik op Eigenschappen (in Windows 2000 kunt u ook klikken op
4. Wijzig de instellingen en klik op OK.
In Windows 2000 zijn veel van deze functies beschikbaar in het menu
Opmerking
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige afdruktaken in
Windows XP
1. Klik in de taakbalk van Windows op Start, kies Instellingen en klik op Printers en
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de HP LaserJet 1018-printer.
3. Klik op Eigenschappen of op Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
4. Wijzig de instellingen en klik op OK.
10
Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer
Vanuit de toepassing waarmee u afdrukt. Hiermee wijzigt u alleen de instellingen voor
de huidige toepassing.
Vanuit het besturingssysteem Windows. Hiermee wijzigt u de standaardinstellingen voor
alle toekomstige afdruktaken.
Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
faxapparaten.
NLWW