Fout/Alarm
F048
Er was een IGBT overbelastingsfout.
IGBT
Overbelastingsfout
A050
Een hoge temperatuur alarm werd gedetecteerd
Hoge Temperatuur
door de NTC-temperatuursensoren van de
IGBT
IGBT's.
Opmerking:
Kan uitgeschakeld worden door het instellen
van P0353 = 2 of 3.
F051
Een hoge temperatuurfout werd gedetecteerd
IGBT Overtemperatuur
door de NTC-temperatuursensoren van de
IGBT's.
F065
Terugkoppeling via encoder komt niet overeen
Encodersignaal Fout
met de gevraagde snelheid.
(SW)
De fout kan worden uitgeschakeld via P0358.
F066
Terugkoppeling via encoder komt niet overeen
Encodersignaal Fout
met de gevraagde snelheid.
(SW)
De fout kan worden uitgeschakeld via P0358.
F067
Fout met betrekking tot de faserelatie van de
Verkeerde Bedrading
encodersignalen als P0202 = 4 en P0408 =
Encoder/Motor
0, 2, 3 of 4.
Opmerking:
- Het is niet mogelijk om deze fout te resetten
(als P0408 > 1).
- Schakel in dit geval de stroom uit, los het
probleem op en schakel de stroom opnieuw in.
- Als P0408 = 0, is het mogelijk om deze fout
te resetten. Deze fout kan worden uitgeschakeld
met parameter P0358.
In dit geval is het mogelijk om deze fout te
resetten.
F071
Output overspanning fout.
Output Overspanning
F072
De overbelastingsbeveiliging van de motor
Motoroverbelasting
werkte.
Opmerking:
Kan uitgeschakeld worden door het instellen
van P0348 = 0 of 3.
F074
Er is een aardlek opgetreden in de kabel tussen
Aardingsfout
de omvormer en de motor of in de motor zelf.
Opmerking:
Kan uitgeschakeld worden door het instellen
van P0343 = 0.
F076
Fout van onevenwicht motorstroom.
Motorstroom
Opmerking:
Onevenwicht
Kan uitgeschakeld worden door het instellen
van P0342 = 0.
F077
De beveiliging van de dynamische
Overbelasting DB
remweerstand tegen overbelasting heeft
Weerstand
gewerkt.
F078
Fout in verband met de in de motor
Motor
geïnstalleerde PTC temperatuursensor.
Overtemperatuur
Opmerking:
- Kan uitgeschakeld worden door het instellen
van P0351 = 0 of 3.
- De analoge ingang en uitgang moeten
geprogrammeerd worden voor de PTC-functie.
F079
Gebrek aan encodersignalen.
Fout Encodersignaal
De storing kan worden uitgeschakeld via
schakelaars op de ENC1-, ENC2-kaart.
Beschrijving
Verhelpen van Storingen en Onderhoud
Mogelijke Oorzaken
Hoge stroom aan de uitgang van de omvormer - overweeg de
d
waarden van
e
Tabel 8.1 op pagina 8-2
pagina 8-4
afhankelijk van de gebruikte schakelfrequentie.
De omgevingsluchttemperatuur is te hoog (> 45 °C (113 °F)) en de
uitgangsstroom is te hoog.
Koellichaamventilator geblokkeerd of defect.
Erg vuil koellichaam.
Bedrading tussen encoder en encoder-interface-accessoire is defect.
Encoder is defect.
Encoderkoppeling naar de motor is defect.
Omvormer werkt in stroomlimiet (als de toepassing in een
dergelijke toestand moet werken, moet deze fout worden
uitgeschakeld via parameter P0358).
Bedrading tussen encoder en encoder-interface-accessoire is defect.
Encoder is defect.
Encoderkoppeling naar de motor is defect.
Omvormer werkt in stroomlimiet (als de toepassing in een
dergelijke toestand moet werken, moet deze fout worden
uitgeschakeld via parameter P0358).
Uitgangsmotorkabels U, V, W zijn omgekeerd.
De encoderkanalen A en B zijn omgekeerd.
De encoder was niet naar behoren gemonteerd.
Motor met geblokkeerde rotor of wordt gesleept bij het starten.
Te hoge intertie van de lading of te korte acceleratietijd.
Instellingen van P0135 of P0169 en P0170 zijn te hoog.
De instellingen van P0156, P0157, en P0158 zijn te laag voor de
gebruikte motor.
Overmatige motorasbelasting.
Kortgesloten bedrading in een of meer van de uitgangsfasen.
Motorkabelcondensator is te groot wat stroompieken oplevert aan
(1)
de uitgang.
Losse verbinding of gebroken bedrading tussen de motor en de
omvormerverbinding.
Vectorsturing met verkeerde oriëntatie.
Vectorsturing met encoder, encoderbedrading of encoder motor
verbinding omgekeerd.
Te hoge intertie van de lading of te korte deceleratietijd.
Overmatige motorasbelasting.
Parameter P0154 en P0155 onjuist ingesteld.
Te grote belasting aan de motoras.
Te hoge belastingscyclus (te veel starts/stops per minuut).
Omgevingstemperatuur te hoog.
Losse verbinding of kortsluiting (weerstand < 100 Ω) in de
bedrading aangesloten op de motorthermistor.
Motorthermistor is niet geïnstalleerd.
Geblokkeerde motoras.
Gebroken bedrading tussen motor encoder en optiekit voor
encoder interface.
Defecte encoder.
Encoderaccessoire defect of niet goed geïnstalleerd op het product
en besturing geconfigureerd voor vector met encoder.
naar
Tabel 8.5 op
CFW-11 | 6-3
6