Maximale
Model
Remstroom
Frequentieregelaar
CFW110142T2O...DB...
266,7
CFW110180T2O...DB...
266,7
CFW110211T2O...DB...
333,3
CFW110105T4O...DB...
186,0
CFW110142T4O...DB...
266,7
CFW110180T4O...DB...
266,7
CFW110211T4O...DB...
363,6
(1) De weergegeven effectieve remstroom is slechts een indicatieve waarde aangezien de remstroom afhangt van de remcyclus. De effectieve
remstroom kan worden verkregen door de vergelijking hieronder, waar t
remtijden tijdens de zwaarste cyclus van 5 (vijf) minuten.
t
br
I
= I
x
effectief
max
5
(2) De vermelde P
en P
waarden (maximaal en gemiddeld vermogen van de remweerstand) gelden voor de aanbevolen weerstanden en voor
max
R
de effectieve remstromen in
Tabel 3.5 op pagina
(3) Voor specificaties over het aanbevolen klemtype (bout en aandraaikoppel) voor de aansluiting van de remweerstand (klemmen DC+ en BR),
raadpleeg de DC+ klemmenspecificatie in
3.2.3.3.2 Installatie van Remweerstand
Installeer de remweerstand tussen de voedingsklemmen DC+ en BR.
Gebruik een getwiste kabel voor de aansluiting. Scheid deze kabels van de signaal- en stuurkabels. Bepaal
de afmetingen van de kabels overeenkomstig de toepassing en houd u aan de maximale en efectieve stroom.
Als de remweerstand in de kast van de frequentieregelaar is geïnstalleerd, houd dan rekening met de aanvullende
energiedissipatie bij het bepalen van de kastventilatie.
Stel parameter P0154 in met de weerstandswaarde in Ohm en parameter P0155 met het maximale vermogen
van de weerstand in kW.
GEVAAR!
De frequentieregelaar is voorzien van een regelbare thermische beveiliging voor de remweerstand.
De remweerstand en de remtransistor kunnen worden beschadigd als de parameters P0153, P0154,
en P0155 niet juist zijn ingesteld of als de ingangsspanning de maximale toegestane spanning
overschrijdt.
De thermische beveiliging van de frequentieregelaar, indien juist ingesteld, maakt de beveiliging van de
weerstand in geval van overbelasting mogelijk: deze beveiliging werkt echter niet als het remcircuit defect is.
Om beschadiging van de weerstand of brandgevaar te voorkomen, moet een warmterelais seriegeschakeld
worden met de weerstand en/of een thermostaat die in contact is met het lichaam van de weerstand om de
ingangsstroom van de frequentieregelaar te kunnen afschakelen, zoals weergegeven in
pagina
3-22.
Tabel 3.5 - Dynamisch remmen specificaties
Maximaal
Effectieve
Remvermogen
Remstroom
(piekwaarde)
(I
)
(I
(P
)
(2)
max
effectief
[A]
[A]
max
[kW]
106,7
142,0
106,7
180,0
133,3
211,0
148,8
105,0
213,3
142,0
213,3
180,0
290,9
191,7
3-21. Het vermogen van de weerstand verandert afhankelijk van de remcyclus.
Tabel 3.2 op pagina
Afgegeven
Vermogen
(gemiddelde
Aanbevolenweerstand
)
waarde) in de
(1)
Remweerstand
(P
)
[kW]
(2)
R
30,2
48,6
53,4
47,4
60,5
97,2
80,8
in minuten wordt gegeven en overeenkomt met het totaal van alle
br
3-13.
Installatie en Aansluiting
Stroomdraadmaat
(klemmen DC+
[Ω]
en BR)
(3)
[mm
(AWG)]
2
70 (2/0) of
1,5
2 x 25 (2 x 4)
120 (4/0) of
1,5
2 x 35 (2 x 2)
150 (300) of
1,2
2 x 50 (2 x 1)
4,3
50 (1)
70 (2/0) of
3,0
2 x 25 (2 x 4)
120 (4/0) of
3,0
2 x 35 (2 x 2)
120 (250) of
2,2
2 x 50 (2 x 1)
Afbeelding 3.15 op
CFW-11 | 3-21
3